4.
BEDIENING
4.1
Bedieningspaneel
2
1
3
1
Alarmlampje
2
Signaallampje
3
Temperatuurknop
4.2
Inschakelen
Steek dan de stekker in het stopcontact.
Draai de thermostaatknop op een
gemiddelde stand
Het controlelampje en het alarmlampje
gaan branden.
4.3
Uitschakelen
Draai om het apparaat uit te zetten de
thermostaatknop naar de stand " ".
4.4
Temperatuurregeling
De temperatuur wordt automatisch
geregeld.
Een gemiddelde instelling is
over het algemeen het
meest geschikt. De exacte
instelling moet echter
worden gekozen rekening
houdend met het feit dat de
temperatuur in het apparaat
afhankelijk is van:
• de kamertemperatuur
• hoe vaak de deur
geopend wordt
• de hoeveelheid voedsel
die wordt bewaard
• de plaats van het
apparaat
1.
draai de thermostaatknop op een
lagere stand om de minimale koude
te verkrijgen.
2.
draai de thermostaatknop op een
hogere stand om de maximale koude
te verkrijgen.
NEDERLANDS
7