Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De omgevingstemperatuur
is te hoog.
Zie het typeplaatje voor de kli-
maatklasse.
Het voedsel dat in het ap-
paraat werd geplaatst, was
te warm.
Laat voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het
opslaat.
De deur is niet goed
gesloten.
Zie 'De deur sluiten'.
Er is te veel rijp en ijs.
De deur is niet correct
gesloten of de deurpak-
king is vervormd/vies.
Zie 'De deur sluiten'.
De dop van de waterafvoer
bevindt zich niet op de
juiste plaats.
Plaats de dop voor de wateraf-
voer op de juiste manier.
De producten zijn niet op
de juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
De temperatuur is goed in-
gesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Be-
diening'.
De deur is verkeerd uitge-
lijnd of komt tegen het ven-
tilatierooster aan.
Het apparaat staat niet wa-
terpas.
Zie 'Waterpas zetten'.
De temperatuur in het appa-
raat is te laag/hoog.
De temperatuurknop is
niet goed ingesteld.
Stel een hogere/lagere tem-
peratuur in.
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het conserveert.
De dikte van de rijp is
meer dan 4-5 mm.
Ontdooi het apparaat.
De deur is te vaak geo-
pend.
Open de deur alleen als het
nodig is.
Er is geen koude luchtcir-
culatie in het apparaat
aanwezig.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig is.
Bel, wanneer het advies niet
tot resultaten leidt, de
dichtstbijzijnde
klantenservice voor dit merk.
8.2
De deur sluiten
1.
Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2.
Stel de deur, indien nodig, af.
Raadpleeg "Montage".
3.
Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op
met de klantenservice.
NEDERLANDS
13