36
Installatie - voor de installateur
9.3
Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING elektrische schok
Voer alle werkzaamheden voor elektriciteitsaanslui
-
tingen en installatie uit conform de voorschriften.
WAARSCHUWING elektrische schok
Bij vaste aansluiting op het elektriciteitsnet via een
aansluitdoos moet het toestel met een afstand van
minstens 3 mm op alle polen van het elektriciteitsnet
kunnen losgekoppeld worden.
WAARSCHUWING elektrische schok
Zorg ervoor dat het toestel is aangesloten op de
aardleiding.
!
Materiële schade
De op het typeplaatje aangegeven spanning moet
overeenkomen met de netspanning.
»
Neem de gegevens op het typeplaatje in acht.
De volgende elektrische aansluitmogelijkheden zijn toe-
gelaten:
Huz 5 ÖKO Comfort Hoz 5 Comfort
Aansluiting op een vrij toe-
gankelijk geaard stopcontact
met bijpassende stekker
X
X
Vaste aansluiting op een aan-
sluitdoos met aardleiding
X
X
10.
Ingebruikname
WAARSCHUWING elektrische schok
De ingebruikname mag alleen uitgevoerd worden
door een installateur die rekening houdt met alle
veiligheidsvoorschriften.
10.1
Eerste ingebruikname
1.
2.
D
00000
49
32
5
» Open de warmwaterklep van de kraan of zet de een-
hendel mengkraan op "warm" totdat het water zon-
der bellen naar buiten stroomt.
» Steek de stekker in het geaarde stopcontact of scha-
kel de zekering van de huisinstallatie in.
» Kies een temperatuur.
» Controleer de dichtheid van alle waterinstallaties.
Info
Wanneer de volgorde (eerst water, dan stroom) niet
wordt nageleefd, treedt de veiligheidstemperatuur
-
begrenzer in werking.
Ga als volgt te werk:
»
Koppel het toestel los van het elektriciteitsnet.
»
Vul het toestel met water.
»
Sluit het toestel aan op het elektriciteitsnet.
10.1.1
Overdracht van het toestel
» Leg aan de gebruiker uit hoe het toestel werkt. In-
strueer hem over het gebruik.
» Wijs de gebruiker op mogelijk gevaar, met name het
gevaar van brandwonden.
» Overhandig deze handleiding en de handleidingen
van het eventuele toebehoren.
10.2
Opnieuw in gebruik nemen
Zie hoofdstuk "Installatie/ingebruikname/eerste ingebruik-
name".
11. Instellingen
11.1
Temperatuurbegrenzing instellen
D
00000
45
67
1
1
2
1 Begrenzingsring
2 Temperatuur-instelknop
Met behulp van de begrenzingsring onder de tempera-
tuur-instelknop kunt u het instelbereik van de tempera-
tuur-instelknop tot een maximale waarde begrenzen.
» Draai de temperatuur-instelknop naar de nulstand
(tot tegen de linkeraanslag op "•").
» Verwijder de temperatuur-instelknop en de begren-
zingsring van het toestel.
» Zet de begrenzingsring met de gewenste maximale
instelling op de regelas.
» Monteer de temperatuur-instelknop in de nulstand (•
).
12.
Buitendienststelling
» Koppel het toestel los van het elektriciteitsnet door
de stekker uit te trekken of de zekering van de
huisinstallatie uit te schakelen.
» Tap het toestel af (zie het hoofdstuk "Installatie/on-
derhoud/toestel aftappen").
13.
Storingen verhelpen
Storing
Oorzaak
Oplossing
Het toestel levert
geen warm water.
De veiligheid-
stemperatuur-
begrenzer werd
geactiveerd.
Verhelp de oorzaak van de
fout. Vervang eventueel de
temperatuurregelaar. Laat het
toestel afkoelen. Wanneer
u het toestel spanningsvrij
geschakeld hebt, wordt de vei-
ligheidstemperatuurbegrenzer
automatisch teruggesteld.
Sterke kookgelui-
den in het toestel.
Er heeft zich kalk
afgezet in het
toestel.
Ontkalk het toestel.