2
Nl
VOORBEREIDINGEN
1
Infraroodzender
Voert infraroodsignaal uit. Richt deze zender op de
component die u wilt bedienen.
2
FM MODE
Schakelt de FM-radio-ontvangstmodus (stereo of mono)
in wanneer het toestel in FM-afstemmodus staat (zie
bladzijde 11).
3
DIMMER
Wijzigt de helderheid van het het voorpaneelscherm. Kies
de helderheid uit 3 niveaus door herhaaldelijk op deze
toets te drukken.
y
Deze instelling wordt behouden, zelfs als u het toestel uitschakelt.
4
PRESET
F
/
G
Schakelt voorkeuzestations in.
5
MEMORY
Stelt het toestel in op voorkeuzegeheugenmodus (zie
bladzijden 7, 12).
6
B
/
C
/
D
/
E
, ENTER
Selecteert en bevestigt een onderdeel.
7
INFO/TEXT
Zet DAB-stationsgegevens (zie bladzijde 10) of de Radio
Data System-weergavemodus (zie bladzijde 13) aan en
wijzigt deze op het voorpaneelscherm.
8
Numerieke knoppen, ENTER
Selecteert het gewenste voorkeuzestation (zie
bladzijden 7, 12).
y
Om voorkeuzenummers lager dan 10 in te voeren (1 t/m 9), drukt
u op het gewenste cijfer en drukt u op ENTER of drukt u op 0 en
vervolgens op het gewenste cijfer.
AFSTANDSBEDIENING EN VOORPANEEL