BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
10
■
Opmerkingen over batterijen
• Vervang alle batterijen wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt.
• Gebruik AA, R6, UM-3 batterijen voor de gewone afstandsbediening en AAA, R03, UM-4 batterijen voor de Zone 2 afstandsbediening.
• Zorg ervoor dat de polen de goede kant op zitten. Bekijk daarvoor de afbeelding binnenin het batterijvak van elk van de
afstandsbedieningen.
• Haal de batterijen eruit wanneer u de afstandsbedieningen langere tijd niet zult gebruiken.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op
de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg
ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende
regelgeving in acht.
Afstandsbediening
Zone 2 afstandsbediening
1
Open de klep van het batterijvak.
2
Doe de meegeleverde batterijen in elk van de
afstandsbedieningen met de polen de goede
kant op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3
Doe de klep weer dicht.
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit.
Richt de afstandsbediening op de sensor op het voorpaneel van dit toestel wanneer u dit toestel wilt bedienen, of op de
infraroodontvanger in Zone 2 wanneer dat vereist is.
■
Omgaan met de afstandsbedieningen
• Er mogen zich geen grote obstakels bevinden tussen de
afstandsbediening en het te bedienen toestel (of de
infraroodontvanger in Zone 2).
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbedieningen.
• Laat de afstandsbedieningen niet vallen.
• Laat de afstandsbedieningen niet liggen en bewaar ze niet op de
volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen, zoals naast
de verwarming of kachel
– heel koude plekken
– stoffige plekken
• Stel de sensor voor de afstandsbediening niet bloot aan sterke
verlichting, in het bijzonder van TL lampen en dergelijke;
anders is het mogelijk dat de afstandsbedieningen niet goed
werken. Indien nodig dient u dit toestel uit direct licht te zetten.
Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen
1
3
2
1
3
2
Gebruiken van de afstandsbedieningen
VOLUME
ON/OFF
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
BASS
MASTER
SPEAKERS
ON
OFF
CD DIRECT AMP
PURE DIRECT
5
5
1
0
1
4
4
2
2
3
3
+
–
l
TUNING
h
ZONE 2 ON/OFF
ZONE CONTROL
FM/AM
EDIT
A/B/C/D/E
1
2
3
4
5
6
7
8
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
B
A
TREBLE
5
5
1
0
1
4
4
2
2
3
3
+
–
BALANCE
5
5
1
0
1
4
4
2
2
3
3
R
L
LOUDNESS
5
7
1
FLAT
6
4
8
2
10
–30dB
3
9
REC OUT
MD/TAPE
SOURCE
CD
DVD
VCR
TUNER
DTV/CBL
PHONO
30
30
STANDBY
POWER
CD
MD/TAPE
TUNER
PHONO
DVD
SLEEP
A
B
POWER
POWER
REC
CODE SET
MUTE
MENU
TITLE
VOLUME
DISC SKIP
EON
FREQ/TEXT
START
MODE
PTY SEEK
BAND
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
PRESET/CH
4
3
2
1
8
10
7
0
9
6
5
ENT.
DISPLAY
RETURN
TV MUTE
TV INPUT
AV
TV
ENTER
VCR
DTV/CBL
SPEAKERS
TV VOL
TV CH
Ongeveer 6 m