16
4.4 Schroef het apparaat op de gasdoos. Let erop dat u
de doos er niet scheef inschroeft.
Opmerking:
schroef de gasdoos slechts met de hand vast
aan. Als deze te vast wordt aangedraaid,
kan het ventiel worden beschadigd.
4.5 Montage van de brander (zie afb. 3).
De brander heeft een bajonet-snelaansluiting (4).
Schuif de brander in de houder en draai deze met 90°
in de tegenovergestelde richting. Pas op: de brander is
na het gebruik heet.
4.6 Monteer de dooshouder (5) en bevestig deze voor de
stabiliteitsbeveiliging aan de doos. Deze houder kan
ook als steun voor de Turbojet worden gebruikt.
4.7 Zorg ervoor dat er een volledige gasafdichting werd
uitgevoerd. Wanneer u het apparaat op gasondoorla-
tendheid moet controleren, dient u dit in de buitenlucht
te doen. Zoek lekkende plekken nooit met een open
vlam. Gebruik hiervoor uitsluitend een warm zeepsopje
dat u op de aansluitingen van het apparaat opbrengt.
Lekkende plekken tonen zich door luchtbelletjes rond
de lekkage. Probeer in geval van twijfel of bij het
ontwijken van gas in geen geval het apparaat te
ontsteken. Draai de doos eruit.
5.1 Houddebrandervanhetlichaamenbrandbare
voorwerpen afgericht.
5.2 Draai de regelknop (2) tegen de klok in en druk de
knop (6) in om de vlam aan de brander te ontsteken.
5.3 Laat de knop ingedrukt en stel de grootte van de vlam
in door aan de regelknop (2) te draaien.
Bij het loslaten van de knop gaat de vlam automatisch
uit – veilig en praktisch.
5.4 De knop van de Turbojet is uitgerust met een blokkeer-
inrichting (7). De blokkeerinrichting wordt opzij
geschoven wanneer de knop (6) ingedrukt is (zie afb.
4). Voor het loslaten van de blokkeerinrichting drukt u
op de trekker.
5.5 Alsextraveiligheidskenmerkheefthetapparaateen
terugslagventiel dat alleen dan wordt geopend
5. Gebruik
wanneer er een brander ingebouwd is. Dit voorkomt
het onopzettelijk vrijkomen van gas.
5.6 Gebruik van de Turbojet op de kop.
Bij het gebruik op de kop kan vloeibaar gas langs de
regelaar en de branderstraal heen ontwijken, hetgeen
pulserendeofgeelflikkerendevlammenoplevert.De
Turbojet heeft een geïntegreerde regelaar. Bij de
branders vindt ter bescherming tegen het uitslaan van
vlammen een thermische overdracht naar de mond toe
plaats.Hetuitslaanvanvlammenkanonderde
volgende omstandigheden ontstaan: bij lage tempera-
tuur van de gasdoos, bij het achterblijven van een
geringere gashoeveelheid in de gastank, bij het
gebruik van branders met een hoger gasverbruik, bij
langdurig gebruik van de brander op de kop. Daarom
adviseren wij om met een gastank op kamertempera-
tuur te werken en de Turbojet zo vaak mogelijk rechtop
te houden.
5.7 Zorg er na het gebruik voor dat het ventiel (2) volledig
gesloten is (regelknop geheel naar rechts gedraaid) en
neem de Turbojet van de gastank (3) af.
De schroef bevindt zich aan de kop (6). Deze coördineert
het vrijkomen van gas in samenspel met een piezo-ontste-
king. Deze is in de fabriek volgens de voorschriften ingesteld
en vergt normaal gesproken geen bijstelling. Mocht er
desondanks een instelling nodig zijn, breng dan een brander
aan de greep aan, draai de regelknop (2) open en draai de
stelschroef (8) naar rechts (met de klok mee) totdat er gas uit
de brander stroomt. Steek de brander aan, die nu zonder
het indrukken van de knop een vlam geeft. Draai de schroef
naar links (tegen de klok in) totdat de vlam uitgaat. Draai nu
de schroef nog een slag verder. De ontsteking is nu volgens
de voorschriften ingesteld. Gebruik voor de stelschroef een
1,5 mm inbussleutel.
6. Stelschroef voor
piezo-ontsteking (8)
afb. 1
afb. 2
afb. 3
afb. 4
Содержание Turbojet 5964 098 490
Страница 55: ...55...