LASHELM WELDKAR
AIRFORCE 980-S TH3PSL
14
3.4 ZELFCONTROLE
Druk op de TEST knop om te zien of deze
automatisch overschakelt naar de donkere
toestand en laat deze los om te controleren of het
filter terugkeert naar de lichte toestand.
3.5 KLEURINSTELLING CONTROLE
Selecteer DIN 9 tot 13 gebaseerd op het
lasproces dat u gebruikt door het “kleurentabel” te
raadplegen. De regelknop voor variabele arcering
is geschikt voor afstelling. De lashelm kan ook
worden gebruikt om het gezicht te beschermen
tijdens het plasma snijden, gebruik hiervoor kleur
DIN 5 tot 8. De grind modus DIN 4 voorkomt dat
de cassette automatisch donkerder wordt voor
slijp gebruik.
3.6 GEVOELIGHEIDSCONTROLE
De gevoeligheid kan worden ingesteld van laag
naar hoog door gebruik te maken van de traploos
instelbare knop. De lage instelling is geschikt
voor overtollig omgevingslicht of met een
ander lasapparaat in de buurt. De hoge
instelling is geschikt voor het lassen met een lage
stroomsterkte en lassen in gebieden met weinig
licht, met name lage stroomsterkte tijdens het
argon booglassen. Selecties tussen laag en hoog
zijn geschikt voor de meeste binnen en buiten
laswerkzaamheden.
3.7 VERTRAGINGSCONTROLE
Wanneer het lassen ophoudt, verandert het
kijkvenster automatisch van donker terug
naar licht, maar met een vooraf ingestelde
vertraging om te compenseren. De vertragingstijd
kan worden ingesteld van min (0,1 sec) tot max
(1,0 sec), door een traploos instelknop. De
minimale vertraging is geschikt voor spot-of korte
lassen. De maximale vertraging past bij zwaar
stroom lassen en vermindert vermoeide ogen van
de lasboog. Selecties tussen MIN en MAX zijn
geschikt voor de meeste binnen en buiten
laswerkzaamheden.
3.8 BESCHERMRUIT BUITEN VERVANGEN
Vervang de beschermruit (buiten) als deze beschadigd
is (gebarsten, bekrast of vuil). Verwijder de oude
beschermruit door op drukknoppen te drukken
aan de onderkant van het frame aan de binnenzijde van
de lashelm en trek het frame en de cassete uit. Neem
de beschermruit uit en verwijder eventuele
beschermende folie voordat u de nieuwe installeert.
3.9 BESCHERMRUIT BINNEN VERVANGEN
Vervang de beschermruit (binnen) als deze beschadigd
is (gebarsten, bekrast, ontpitte of vuil). Plaats uw vinger
of duim in de uitsparing en buig de beschermruit binnen
naar boven totdat deze van de ene kant loskomt.
Verwijder vervolgens eventuele beschermende folie
voordat u de nieuwe installeert.
3.10 BATTERIJEN VERVANGEN
Wanneer de indicator voor laag voltage rood wordt,
moet u de batterijen vervangen. Vervang de
batterijen door de cassete uit het bevestigingsframe te
verwijderen. De afdekplaat schuift linksboven en
rechtsboven. Haal daarna de afdekplaat van
de batterijen en installeer cassete terug in het frame.
3.11 REINIGING EN OPSLAG
Houd de sensoren, zonnecel en filterlens schoon.
Reinig de cassette en helm met behulp van
een zeepoplossing en zachte doek. Gebruik geen
oplosmiddelen of schurend reinigingsmiddel.
Schakel het product naar de grind modus en zet
het op een schone, droge locatie voor opslag.