
17
27. Leid de Onderste Kabel (54) over een Katrol
(42).
Bevestig de Katrol (42) en twee Kabelgeleiders
(52) aan de Dubbele U-beugel (24) met een
M10 x 50mm Bout (58), twee M10
Tussenringen (73), en een M10 Slotmoer (68).
Zorg dat de Kabelgeleiders (52) de Onderste
Kabel (54) vasthouden in de groef van de
Katrol (42).
27
28. Leid de Onderste Kabel (54) onder een Katrol
(42).
Bevestig de Katrol (42) en twee Kabelgeleiders
(52) aan de achterbeugel op de Lange Basis (1)
met een M10 x 50mm Bout (58), twee M10
Tussenringen (73), en een M10 Slotmoer (68).
Zorg dat de Kabelgeleiders (52) de Onderste
Kabel (54) vasthouden in de groef van de
Katrol (42).
28
29. Leid de Onderste Kabel (54) over een Katrol
(42).
Bevestig een Katrol (42) en twee
Kabelgeleiders (52) tussen het tweede gat
vanaf de onderkant in de twee Katrolplaten (23)
met een M10 x 50mm Bout (58), twee M10
Tussenringen (73), en een M10 Slotmoer (68).
Zorg dat de Kabelgeleiders (52) de Onderste
Kabel (54) vasthouden in de groef van de
Katrol (42).
Bevestig het uiteinde van de Onderste Kabel
(54) aan de Lange Basis (1) met een Kabelklip
(47).
29
58
73
24
73
68
52
52
42 54
54
54
47
1
42
42
23
52
52
58
58
73
73
73
73
68
68
1
52
52