9
HET TOESTEL INSTALLEREN
Het verwarmingstoestel moet worden geïnstalleerd en gebruikt volgens de
veiligheidsstandaarden.
Om alle gevaren te vermijden moet u de veiligheidsinstructies opvolgen.
- De installatie moet dit worden uitgevoerd door de dealer of een vergelijkbare ervaren persoon
om eventuele gevaren te voorkomen.
- Belangrijk!
Zorg dat er geen elektrische kabels of andere installaties (bijvoorbeeld
waterleidingbuizen) in de buurt van de boorgaten zijn. Zorg dat het toestel stevig en verticaal is
vastgezet tegen de wand.
Maak twee gaten in de wand 1.8 m boven de vloer en op minstens 20 cm verwijderd van de hoek
en zorg daarbij dat de diameter overeenkomt met deze van de plugs. Bevestig twee schroeven in
de plugs, houd de punten van de schroeven 10mm uitstekend en hang het toestel op nadat de
schroeven goed werden vastgezet.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
4. Vooraleer u de stekker in het stopcontact steekt, moet u nagaan of de stroomvoorziening in
uw omgeving overeenkomt met de nominale spanning aangegeven op het identificatielabel
van het toestel.
5. Haal het verwarmingstoestel voorzichtig uit de plastic zak en het verpakkingskarton.
6. Plaats het verwarmingstoestel tegen de wand en zet de hoofdknop in de “-”-positie. Steek de
stekker in een AC220-240V~ stopcontact, u hoort een “BEE”-geluid en het “Power”-lampje
gaat aan in het ROOD en het verwarmingstoestel toont de standaard temperatuur die
gedurende 3 seconden knippert.