De uitgangsspanning is, afhankelijk van type en uitvoering vast
ingesteld op 12 V of 13,8 V of 24 V gelijkspanning (=DC).
De nominale stroom bedraagt afhankelijk van de apparaatuitvoering
maximaal 30A.
Voor de duur van max. 5 minuten kan de betreffende netvoeding
iets hoger worden belast (neem absoluut de instructies onder
"Voorgeschreven gebruik" in acht!).
• Controleer eerst of de verbruiker is uitgeschakeld.
• Verbind de pluspool (+) van de verbruiker met de rode aansluitbus
"+" (1) en
• de minpool (-) van de verbruiker met de zwarte aansluitbus "1" (1).
• De aansluiting kan met standaard 4mm-stekkers plaatsvinden,
maar dient echter boven 20 A met behulp van schroefklemmen
plaats te vinden (bussen kunnen worden afgeschroefd!).
• Het stroomverbruik van de aangesloten verbruikers wordt op het
stroomdisplay (2) weergegeven.
Let hierbij op dat de verbruiker uitgeschakeld is als
deze met de netvoeding wordt verbonden. Een inge-
schakelde verbruiker kan bij aansluiting op de bus-
sen leiden tot vonkvorming, waardoor zowel de aan-
sluitklemmen als ook de aangesloten kabels
beschadigd kunnen raken.
Verbreek de verbinding met het stroomnet wanneer
de netvoedingen niet worden gebruikt.
In geval van kortsluiting moeten de netvoedingen bin-
nen max. 5 minuten van de belasting zijn losgekop-
peld, aangezien deze anders defect kunnen raken.
Bij langdurig gebruik met nominale belasting (uit-
gangsspanning maal uitgangsstroom) wordt het
oppervlak van de behuizing resp. van het koellichaam
erg warm.
44