49
• Stel de schuifschakelaar (5) aan de onderkant van het apparaat nu in op positie
"FIXED 13,8V".
• De uitgangsspanning is nu vast op deze waarde ingesteld en kan niet meer door de
regelaar aan de voorkant worden gewijzigd. De spanningswaarde wordt op de dis-
play (9) weergegeven.
• Voor de deactivering schuift u de schakelaar in de tegenovergestelde richting.
LET OP! Alleen omschakelen wanneer geen verbruiker is aangesloten!! Bedrijfsspan-
ning van de verbruiker in acht nemen!
Aansluiting van een verbruiker
• Controleer eerst of de verbruiker is uitgeschakeld.
• Controleer nogmaals of de uitgangsspanning goed is ingesteld.
• Verbind de pluspool (+) van de verbruiker met de rode aansluitbus "+" (4) en
• de minpool (-) van de verbruiker met de zwarte aansluitbus "-" (3).
• De aansluiting kan met standaard 4mm-stekkers plaatsvinden, maar dient echter
boven 20 A met behulp van schroefklemmen plaats te vinden (bussen
kunnen aan de voorzijde alleen bij SPS 1525/1540 PFC worden afgeschroefd!).
• Bij de schakelnetvoeding SPS 1560 PFC kunt u aan de voorste veiligheidsklemmen
verbruikers tot 5A (automatische stroombegrenzing) en aan de achterkant via
hoogstroomklemmen tot 60A aansluiten.
• Het stroomverbruik van de aangesloten verbruikers wordt op de stroomdisplay (8)
weergegeven.
Let hierbij op dat de verbruiker uitgeschakeld is als deze met de scha-
kelnetvoeding wordt verbonden. Een ingeschakelde verbruiker kan bij
aansluiting op de bussen tot vonkvorming leiden, waardoor zowel de
aansluitingsklemmen als de aangesloten kabels beschadigd kunnen
raken.
"SENSE"-functie (alleen SPS 1560 PFC)
De schakelnetvoeding beschikt over een automatische spanningsregeling voor de
hoogstroomuitgang. Hiervoor worden twee afzonderlijke meetkabels parallel aan de
aansluitkabels aangesloten. Op deze meetkabels wordt de spanningsdaling die op
de aansluitkabels optreedt, gemeten. Deze spanningsdaling wordt automatisch door
de schakelnetvoeding vereffend, zodat voor de verbruiker alleen de werkelijk
ingestelde spanning beschikbaar komt.