f) Doorgangstest
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals an-
dere meetobjecten absoluut spanningloos en ontladen zijn.
• Schakel de DMM in en kies de meetfunctie
.
• Druk 2x op de toets “MODE” om de meetfunctie
om te schakelen. Op het display verschijnt het
symbool voor de doorgangsmeting. Door nog-
maals op de knop te drukken, wordt de eerste
meetfunctie ingeschakeld.
• Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (9);
het zwarte meetsnoer in de COM-meetbus (8).
• Als doorgang wordt een meetwaarde < 50 ohm
herkend; hierbij klinkt een pieptoon. De weer-
standswaarde wordt tot max. 399.9 Ohm aan-
geduid.
• Zodra “OL” (voor Overload = overbelasting) op
het display verschijnt, hebt u het meetbereik
overschreden of is het meetcircuit onderbroken.
• Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.
147