3. Doelmatig gebruik
• Meting en weergave van de elektrische grootheden binnen het bereik van de overspannings-
categorie III (tot max. 600V t.o.v. aardpotentiaal, volgens EN 61010-1) en alle lagere catego-
rieën. Het meet apparaat en de toebehoren mogen niet in de overspanningscategorie CAT IV
(vb. aan de bron van de laagspanningsinstallatie) worden ingezet.
• Meten van gelijk- en wisselspanningen tot max. 600 V
• Meten van gelijk- en wisselstromen tot max. 10 A
• Meten van weerstanden tot 40 MZ
• Doorgangstest (< 50 Ohm akoestisch)
• Diodetest
• Capaciteitsmeting tot 100 µF
• Frequentiemeting tot 10 MHz
• Pulsbreedteweergave in %
• Temperatuurmeting met externe K-typesensor van -20 tot +1300 °C
• Temperatuurmeting met interne sensor van 0 tot +50 °C
• Meten van de relatieve luchtvochtigheid van 33 - 99 %
• Meten van de belichtingssterkte tot 40 000 lux
•
Meten van het geluidsniveau van 35 - 100 dBC (voor de oriënteringsmeting)
• Contactloze wisselspanningsdetectie “NCV”
De meetfuncties worden gekozen via een draaischakelaar. Behalve in de omgevingsmeetgebie-
den temperatuur, luchtvochtigheid, geluidsniveau en belichtingssterkte is bij alle meetfuncties
de automatische meetgebiedselectie (Autorange) actief.
De beide stroommetingen zijn met keramische groot vermogenzekeringen beveiligd tegen over-
belasting. De spanning in het meetcircuit mag 600 V niet overschrijden
De multimeter werkt met een gangbare, 9V alkalische blokbatterij. Het gebruik is alleen toege-
staan met de aangegeven batterijtypen.
Het meetapparaat mag in geopende toestand of met open batterijvak niet worden gebruikt.
Metingen in vochtige ruimten of onder ongunstige omstandigheden zijn niet toegestaan. On-
gunstige omstandigheden zijn:
• Vocht of hoge luchtvochtigheid,
• stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen,
• onweer resp. weersomstandigheden zoals sterk elektrostatische velden enz.
132