N
L
5.1.1 Minimumafstanden
Houd bij montage aan het plafond rekening met de volgende
minimumafstanden:
A ≥ 30 cm
B ≥ 60 cm
C ≥ 180 cm
A:
Minimumafstand tot de muur of andere voorwerpen in de
kamer naast het verwarmingselement.
B:
Minimumafstand tot voorwerpen in de kamer onder het
verwarmingselement.
C:
Minimumafstand tot de vloer.
Houd bij montage 'aan kabels' rekening met de volgende
minimumafstanden:
A ≥ 30 cm
B ≥ 60 cm
C ≥ 250 cm
D ≥ 125 cm
A:
Minimumafstand tot de muur of andere voorwerpen in de
kamer naast het verwarmingselement.
B:
Minimumafstand tot voorwerpen in de kamer onder het
verwarmingselement.
C:
Minimumafstand tot de vloer.
D:
Minimumafstand tot eventuele locaties met personen.
5.2
Montage aan het plafond
Voor montage zijn daarnaast 8 pluggen en 8 schroeven met
een schroefkopdiameter van >6,5 mm nodig.
Let erop dat de pluggen en schroeven geschikt zijn voor de
gebruikte ondergrond van het plafond.
Montagestappen:
1. Sluit de zwarte contrastekker aan op het netsnoer voor
verbinding met het lichtnet – zoals in hoofdstuk
5.5 Montage van de contrastekker aan de
voedingskabel op pagina 60 staat beschreven.
2. Markeer de boorgaten op het plafond met behulp van
de uitgesneden gaten in het boorsjabloon. Boor dan de
gaten, plaats de pluggen en schroef de plafondhouder
op het plafond vast.
Let op: Monteer de plafondhouder zo dat de kleine
flens van de houder in de pijlrichting wijst, zoals
aangegeven op het boorsjabloon!
58
www.vitramo.com
1712205