2
050613.01
vetus®
Calorifiers WHxxD
1 Inleiding
Het tapwater in de binnentank van de boiler wordt opgewarmd door
middel van motorkoelvloeistof welke tussen de binnen- en de buiten-
tank stroomt.
2 Gebruik
Handel als volgt alvorens de boiler voor de eerste maal in gebruik te
nemen:
• Reinig de binnenzijde van zowel de binnen- als de buitentank door
middel van spoelen met schoon leidingwater.
• Open de afsluiter in de tapwaterleiding tussen pomp en tank. Open
de warmwatertapkraan zodat de tank ontlucht wordt en zich vult
met water.
• Vul de buitentank via het koelsysteem van de motor.
• Ontlucht de buitentank indien deze vertikaal opgesteld is; ‘E’ is de
ontluchter van de buitentank.
• Controleer alle verbindingen, leldingen en appendages op lekkage.
V
oorzichtig
Stop onmiddellijk de motor indien lekkage optreedt; verhelp de
lekkage alvorens de motor weer te starten.
• Stop de motor en controleer het koelvloeistofniveau en vul bij in-
dien noodzakelijk.
De boiler is nu gebruiksgereed.
2.1 Verwarmen
De motor moet enige tijd draaien om het tapwater te verwarmen.
De benodigde tijd is afhankelijk van de grootte van de boiler en de
grootte van de motor.
W
aarschuWing
Het warme tapwater kan zeer heet zijn, temperaturen van hoger
dan 80°C zijn mogelijk!
Voor een veilig gebruik dient ruim koud water te worden bijge-
mengd.
2.2 Elektrisch verwarmen
Met behulp van het elektrische verwarmingselement kan bij stilstand
van de motor het water op de gewenste temperatuur gehouden of
gebracht worden.
Het opwarmen van tapwater in de boilertank met behulp van een
elektrisch verwarmingselement duurt veelal aanzienlijk langer dan
het opwarmen met behulp van motorwarmte.
t
er
informatie
De hoeveelheid warmte die bij een verbrandingsmotor moet
worden afgevoerd, en dus beschikbaar is om de boiler op te
warmen, is ongeveer gelijk aan het motorvermogen. Een mo-
tor welke 50 kW aan de as levert, levert dus ook ca. 50 kW aan
warmte! Een elektrisch verwarmingselement is slechts 1 kW.
W
aarschuWing
Schakel het elektrische verwarmingselement nooit in als de
tank van de boiler niet volledig met tapwater gevuld is.
3 Winterklaar maken
Wanneer het koelsysteem van de scheepsmotor is voorzien van koel-
vloeistof of een antivries-water mengsel met voldoende bescherming
tegen lage temperaturen dan behoeft de buitentank niet te worden
afgetapt.
Wanneer het koelsysteem van de scheepsmotor is voorzien van gewoon
water dan biedt dit geen bescherming tegen lage temperaturen en
moet de buitentank worden afgetapt,
zie ‘11 Aftappen boiler’ pag.
Verwijder hiervoor de slangaansluitingen ‘A’ en ‘B’ en laat de buiten-
tank leeglopen. Open indien nodig de ontluchter ‘E’. Bescherm de bui-
tentank tegen corrosie door deze met antivries te vullen.
Het gehele drinkwatersysteem inclusief de tapwatertank van de boiler
dient te allen tijde afgetapt te worden, zie ‘11 Aftappen boiler’ pag.
. Vul nooit, als alternatief, het drinkwatersysteem met anti-vries;
dit is zeer giftig.
• Verwijder hiervoor de slangen van de aansluitingen ‘C’ en ‘D’. Zet
de tapwaterkranen open zodat de tapwaterleidingen geheel leeg
stromen.
• Verwijder de schroef uit het overdrukventiel/terugslagklep en
open de aftapkraan. De tapwatertank van de boiler kan nu geheel
leeg stromen.
• Sluit na het aftappen van de tapwatertank de aftapkraan en monter
de schroef weer.
W
aarschuWing
Wanneer de binnentank afgetapt is, of wanneer de watertank
leeg is en de buitentank nog gevuld, laat dan nooit de motor
draaien met geopende afsluiters. Alvorens de motor na de win-
terperiode weer in bedrijf te nemen dient eerst de binnentank
gevuld te worden.
4 Installatie
4.1 Algemeen
Raadpleeg eerst de opstellingstekening en de leidingschema’s, zie tek.
blz.
Plaats de boiler bij voorkeur laag in het schip zodat het
hoogste
punt
van de boiler op een
lager
niveau te bevindt dan de expansietank van
de scheepsmotor; dit in verband met het ontluchten, zie tek. 1.
Indien de boiler
boven
het niveau van de expansietank op de motor
gemonteerd wordt dient een expansietank te worden gemonteerd, zie
tek. 2
Plaats tussen de expansie tank en de hoogst geplaatste leiding van de
motor naar de boiler een afsluiter. Deze afsluiter is tijdens normaal be-
drijf gesloten en alleen tijdens vullen en ontluchten van het systeem
geopend.
Indien de boiler
aanzienlijk lager
is opgesteld dan de expansietank
van de motor kan, tijdens stilstand van de motor, het koelwater gaan
circuleren. Dit leidt tot zeer snel afkoelen van het warme tapwater. In-
stalleer een terugslagklep om dit te voorkomen, zie tek. 3.
Plaats altijd twee afsluiters (één in de aanvoer en één in de retour) zo-
dat, met beide afsluiters gesloten, kan worden gevaren met een afge-
tapte binnentank of lege watertank.
Bij extreem lange leidingen tussen motor en boiler kan de leiding-
weerstand te groot worden. De koelvloeistof circuleert dan niet meer
door de boiler. Plaats in dat geval een CV circulatiepomp in de de lei-
ding, zie tek 4.
NEDERLANDS