28
2014-05
Pagina 9
2.6 Plaatsen of verwijderen van de armsteunen
L
VOORZICHTIG:
Kans op klemmen - Houd Uw vingers, gespen en kledij uit de
buurt van de onderzijde van de armsteun.
L
VOORZICHTIG:
Gevaar voor letsel – Controleer dat de armsteunen goed zijn
vastgemaakt voor de rolstoel te gebruiken.
De armsteunen van de rolstoel kunnen worden
verwijderd met volgende instructies:
1. Druk op de drukknop
die zich aan de
voorzijde van de armsteun bevindt.
2. Til de armsteun uit de houders
die
bevestigd zijn op het zitframe.
De armsteunen van de rolstoel kunnen worden
gemonteerd met volgende instructies:
1. Monteer de armsteun in de houders van het
zitframe
.
2. Duw op de armsteun tot dat de drukknop van
de
armsteun
in de boring vastklikt.
3. Controleer dat de armsteun goed is
vastgemaakt.
2.7 Transfer in en uit de rolstoel
L
VOORZICHTIG:
Indien U de transfer niet veilig op eigen kracht kan uitvoeren,
vraag dan hulp van iemand anders.
L
VOORZICHTIG:
Kans op kantelen van de rolstoel - Niet op de voetplaten staan.
1. Plaats de rolstoel zo dicht mogelijk bij de
stoel, zetel of bed van/naar waar U zich wilt
verplaatsen.
2. Zorg dat beide remmen van de rolstoel aan
staan.
3. Vouw de voetplaten naar boven zodat U er
niet op gaat staan.
4. Indien U zich langs de zijkant in of uit de
rolstoel wilt verplaatsen, kan U de armsteun
aan die zijde verwijderen (zie § 2.6).
5. Verplaats U van of naar de rolstoel.
2.8 Correcte positie in de rolstoel
Enkele aanbevelingen om comfortabel van Uw rolstoel gebruik te maken:
Plaats Uw zitvlak zo dicht mogelijk bij de rug.
Zorg dat Uw bovenbenen horizontaal zijn – Stel eventueel de lengte van de
voetplaten bij (zie § 3.6.1).