USAG 998 140A, Инструкция по эксплуатации

Страница: 39 / 164

39
4 --- LASWERKZAAMHEDEN
4.1 LASSEN MET BEKLEDE ELEKTRODEN
Het lasapparaat is geschikt voor alle soorten elektroden, met uitzondering van de cellulose elektrode (AWS 6010). Gebruik
elektrodehouders die beantwoorden aan de geldende veiligheidsvoorschriften en zonder uitstekende klemschroeven. Zorg
ervoor dat de stroomschakelaar in de OFF-positie staat en dat de stekker van de voedingskabel niet aan de aandrijfkast is
aangesloten. Verbind vervolgens de laskabels in overeenstemming met de polariteit die door de bouwer van de gebruikte
elektroden wordt aangeraden. Het
lascircuit mag niet bewust op de grond geplaatst worden middels de
beschermingsgeleider, en de verbinding moet zo direct mogelijk zijn en uitgevoerd worden met behulp van een geleider die
eenzelfde doorsnede heeft als de retourleiding van de lasstroom. Ook moet de geleider op hetzelfde punt als de retourleiding
worden verbonden aan het te bewerken onderdeel. Plaats hiervoor de klem van de retourleiding ofwel een tweede
massaklem vlakbij de lasverbinding . Men moet alle mogelijke voorzorgsmaatregelen nemen om zwerfstroom te vermijden.
Controleer of de voedingsspanning overeenstemt met de spanning die is aangegeven op de technische gegevensplaat van het
lasapparaat. Verbindt de voedingskabel; zorg ervoor dat de stekker de juiste stroomdoorvoercapaciteit heeft en dat de
gele/groene geleider van de voedingskabel verbonden is aan de aardpen. De stroomdoorvoercapaciteit van de
magnetothermische geleider of van de zekeringen moet gelijk zijn aan of hoger zijn dan de I1 stroom die door de machine in
beslag wordt genomen. De geabsorbeerde l1 stroom wordt afgeleid van de lezing van de technische gegevens die op de
machine zijn aangegeven en in overeenstemming met de beschikbare voedingsspanning U1.
Eventuele verlengstukken moeten een doorsnede hebben die geschikt is voor de geabsorbeerde I1 stroom.
Zet de machine aan met behulp van de schakelaar aan de achterzijde
LET OP: DE ELEKTRISCHE SCHOK KAN DODELIJK ZIJN
Raak geen onderdelen aan die onder stroom staan
Raak geen uitgangsklemmen aan wanneer het apparaat wordt aangevoerd.
Raak het laspistool of de elektrodehouder en de massaklem niet gelijktijdig aan. Regel de stroom op basis van de
elektrodendiameter, de laspositie en het type verbinding. Vergeet nooit na afloop het apparaat uit te schakelen en de
elektrode uit de elektrodehouder te halen.
4.2 TIG LASSEN
Met dit lasapparaat kunt u roestvrij staal, ijzer en koper lassen met het-TIG lasprocédé. Verbind de massakabel aan de +
pool van het lasapparaat, en plaats de klem zo dicht mogelijk bij de lasverbinding, er daarbij voor zorgend dat er een goed
elektrisch contact ontstaat. Gebruik een geschikte TIG lastoorts en verbindt de vermogensconnector
aan de negatieve pool
van het lasapparaat. Enkel tijdens het lassen mag het lascircuit in direct of indirect contact komen met de
beschermingsgeleider.
Als het te bewerken onderdeel via de beschermingsgeleider bewust verbonden wordt met de grond, moet de verbinding zo
direct mogelijk zijn en uitgevoerd worden met behulp van
een geleider die eenzelfde doorsnede heeft als de retourleiding
van de lasstroom. Ook moet de geleider op hetzelfde punt als de retourleiding worden verbonden aan het te bewerken
onderdeel. Plaats hiervoor de klem van de retourleiding ofwel een tweede massaklem vlakbij de lasverbinding.
Men moet alle mogelijke voorzorgsmaatregelen nemen om zwerfstroom te vermijden. Verbindt de gasbuis aan de uitgang
van de drukverlager die met een ARGON gasfles is verbonden.
Regel het gasverbruik middels het daarvoor bestemde ventiel dat op het laspistool zit. Binnenin zit een klep waarmee het
gas geblokkeerd kan worden. Gebruik een wolfraamelektrode met 2% thorium, aan de hand van de volgende tabel:
tot en met 60 A diam. 1 mm
van 60A tot en met 180A diam. 1,6 mm
De puntlaselektrode moet volgens onderstaande voorschriften worden voorbereid. Ga na of de voedingsspanning
overeenstemt met de spanning die is aangegeven op de technische gegevensplaat van het lasapparaat. Steek de
voedingskabel in; Zet de machine aan met behulp van de schakelaar aan de achterzijde, regel de stroom naar gelang het uit