Deze alarmmelder is voor de veiligheid. De alarmmelder kan echter onder bepaalde
omstandigheden niet geactiveerd worden of een fout alarm geven.
• De montagesokkel met een draaiing in tegenovergestelde richting van de klok afnemen.
• De montagesokkel met de meegeleverde schroeven op de gewenste montageplaats installeren.
• De batterij met de batterijclip
verbinden en de batterij vlak in het daarvoor voorziene
compartiment
leggen.
• De rookmelder op de montagesokkel plaatsen en de rookmelder met een draaiing in de richting
van de wijzers van de klok vergrendelen. Pas op: een montageblokkering
verhindert dat de
rookmelder zonder batterij in de montagesokkel geplaatst kan worden. Verzekeren dat de
batterij correct ingelegd is.
De rookmelder laat een hard alarmsignaal horen. Houd daarom bij het indrukken van de test-
drukknop
het apparaat op armlengte. Druk de testdrukknop voor minstens 4 seconden in
totdat het LED-lampje
aan en uit knippert en het alarm te horen is (het alarm klinkt 2-3 x en
stopt dan vanzelf). Laat de testdrukknop los zodra u het alarm hoort; zo wordt gecontroleerd
of de elektronica, het alarm van de melder en de batterij goed werken. Wij raden aan het
apparaat eenmaal per maand te testen en dat ook de doen na het vervangen van de batterijen
en direct na ingebruikname.
Als het nodig is de batterijen te vervangen, klinkt 30 dagen lang om de 30 tot 40 seconden
telkens een pieptoon. Daarnaast knippert het LED-lampje
. Gedurende deze tijd werkt de
melder nog volledig.
Afhankelijk van het ingezette batterijtype kan de tijd van het nog goed functioneren na de
aanduiding dat de batterij bijna leeg is verschillen. Bij de eerste aanduiding van een lege
batterij dient de batterij vervangen te worden.
Vervang de batterij alleen door een identiek of gelijkwaardig batterijtype (zie ook de
technische gegevens). Gebruik geen accu’s of netadapters. Deze kunnen een verkeerd alarm
of het uitvallen van de melder teweeg brengen.
De rookmelder voert om de 30 tot 40 seconden een zelftest uit. Als dat gebeurt, licht het
LED-lampje
even op.
Sterke tocht, water- en keukendampen, hoge luchtvochtigheid, stof, etc. kunnen oorzaken voor
valse alarmen zijn. Rook van sigaretten genereert normaliter geen alarm. Indien de melder een
alarm meldt controleer dan eerst of er werkelijk brandhaarden bestaan. Controleer of de
hierboven vermelde redenen het alarm gegenereerd hebben wanneer er geen vuur is. Om een
vals alarm te onderbreken moet de batterij van de melder afgeklemd worden.
• Verlaat onmiddellijk het huis wanneer de brand niet door u zelf met een brandblusapparaat
of een brandblusdeken geblust kan worden. Verlies dus geen tijd door u aan te kleden of
waardevolle voorwerpen mee te nemen.
• Waarschuw de brandweer telefonisch buiten uw huis.
• Open bij het verlaten van het huis geen deur zonder eerst aan het oppervlak ervan gevoeld te
hebben. Open de deur niet wanneer ze heet is of wanneer er rook onder de deur doorstroomt!
Gebruik in de plaats daarvan de alternatieve vluchtweg. Is het oppervlak van de deur koud, pers
dan met uw schouder tegen de deur, open ze slechts lichtjes en houd u klaar om de deur dicht
te slaan indien hitte en rook uit de daarachter liggende ruimte binnendringen.
• Houd u in de buurt van de vloer op, wanneer de lucht vol rook is. Adem in door een doek die –
indien mogelijk – bevochtigd is.
• Ga niet terug in het huis tot de brandweer u hiervoor toestemming geeft.
6.
Installatie en
inbedrijfstelling
7.
Functie-
controle
8.
Verwisselen van
de batterijen
9.
Zelftest
10.
Vals alarm
11.
Wat te doen bij
brand?
12.
Technische
Gegevens
13.
Aanwijzingen voor
het verwijderen
14.
Tips voor het
verwijderen van
batterijen
15.
Frequent gestelde
vragen
Stroomvoorziening:
Werkt op een 9V blokbatterij
Aanbevolen batterijen:
Alkaline battery or lithium battery
(Eveready #522, #1222, #216; Duracell #MN1604;
Gold Peak #1604P, #1604S; Ultralife U9VL-J).
Temperatuurbereik:
0°C tot +45°C
Alarmsignaal:
min. 85 dB(A)
• Verwijder lege batterijen niet in het huisvuil, maar bij installaties bevoegd voor het terugnemen
van lege batterijen.
• Verwijder dit product na zijn levensduur niet in het huisvuil, maar bij installaties bevoegd voor
het terugnemen van oude elektrische toestellen.
1. Na gebruik kunnen de batterijen gratis bij de daarvoor aangewezen inzamelplaatsen
afgegeven worden..
2. De eigenaar van de rookmelder is wettelijk verplicht de batterijen op de daartoe
aangewezen plaatsen in te leveren..
3. Betekenis van de op de batterij aangebrachte symbolen:
Batterijen mogen niet met het huisvuil meegegeven worden.
Pb
Lood
Hg
Kwik
Cd
Cadmium
4. Als de batterijen op een onoordeelkundige manier worden weggegooid, kunnen de stoffen
in die batterijen gevaar opleveren voor de gezondheid en het milieu.
5. Door het gescheiden inzamelen en het volgens de regels verwijderen van gebruikte
batterijen worden risico’s voor mens en milieu vermeden.
Wat te doen?
Rookmelders alleen in keukens plaatsen wan-
neer een minimum afstand van 4 meter tot kook-
platen of open vuren mogelijk is. Verbrandings-
deeltjes, die ook tijdens het koken ontstaan,
kunnen een alarm activeren.
De melder van buiten met een penseel of een
lichtjes bevochtigde doek reinigen. Controleren
of er nog voldoende batterijspanning is.
Om de 30 tot 40 seconden voert de rookmelder
een zelftest uit. Men herkent dit aan het feit dat
de LED kortstondig knippert.
De rookmelder geeft aan dat de minimum waar-
de van de batterijspanning onderschreden is.
De batterij moet vervangen worden.
Frequent gestelde vragen
Waarom geeft de rookmelder in de keuken
constant een vals alarm?
De rookmelder geeft constant een vals alarm
zonder duidelijke reden. Waarom?
Waarom knippert de LED constant hoewel
de batterij nog voldoende spanning heeft?
Waarom geeft de rookmelder om de 30 tot
40 seconden een pieptoon?
i
i
46770 BA_EIM203_120713:Lay 13.07.2012 9:55 Uhr Seite 18