2
Informationen zum Vorbild
Für den Mitte der 20er Jahre nötigen Bau von schweren
5-fach gekuppelten Güterzuglokomotiven mit 20 t Achslast
war noch nicht entschieden, ob die Lokomotiven als 2- oder
3-Zylinder-Maschinen gebaut werden sollten. Zu Vergleichs-
zwecken wurden je 10 Prototypen als 2-zylindrige BR 43
sowie 3-zylindrige BR 44 gebaut. Dabei zeigte sich bei der
BR 43 ein geringfügig geringerer Dampfverbrauch, weshalb
diese vorerst mit weiteren 25 Loks weitergebaut wurde.
Da aber die Anforderungen an Zugkraft und höheren Ge-
schwindigkeiten gestiegen waren, entsann man sich wieder
der BR 44, die durch den besseren Massenausgleich und
den geringeren Zapfendruck hierfür besser geeignet war.
Ab 1937 lief deshalb die überarbeitete Serienproduktion bei
den Firmen Henschel, Krupp und Schwartzkopff an.
Information about the prototype
In the mid-1920s there was a need to build heavy freight
locomotives with 5 coupled axles and a 20 metric ton axle
load. No decision had been reached regarding whether
these locomotives were to be built as 2 or 3-cylinder loco-
motives. Ten prototypes of each were built for comparison
tests as the 2-cylinder class 43 and the 3-cylinder class 44.
The tests showed that the class 43 had a slightly lower rate
of steam consumption, and another 25 of this class were
initially built. Since the requirements for tractive effort and
higher speeds had increased, the class 44 came to mind
again because it had a better weight distribution and a
lower journal pressure which made it more suitable. Starting
in 1937 the reworked regular production locomotives were
built by the firms of Henschel, Krupp, and Schwartzkopff.
Informations concernant le modèle réel
Au milieu des années vingt, dans le cadre de la construction
de locomotives lourdes à 5 essieux accouplés pour trains de
marchandises, les responsables hésitaient encore entre des
machines à 2 cylindres et à 3 cylindres. Afin de trouver une
solution à ce dilemme, 10 prototypes furent construits en deux
séries distinctes à titre de comparaison : la série 43 à 2 cylindres
et la série 44 à 3 cylindres. La BR 43 ayant révélé une légère-
ment plus faible consommation de vapeur, on en construisit une
première tranche de 25 exemplaires. Entre-temps, les exigences
du trafic requérant toujours plus de puissance et de vitesse, on
se souvint de la BR 44 dont le meilleur équilibrage des masses et
la moindre pression sur les tourillons convenait davantage. C‘est
ainsi que démarra à partir de 1937 la production en série de ces
locomotives par les firmes Henschel, Krupp et Schwartzkopff.
Informatie over het voorbeeld
De voor het midden van de jaren ‘20 vereiste bouw van
zware 5-voudig gekoppelde goederentreinlocomotieven
met 20 t aslast was nog niet beslist, of de locomotieven als
2- of 3-cilindermachines gebouwd moesten worden. Ter
vergelijking werden van elk 10 prototypen als 2-cilinder BR
43 en 3-cilinder BR 44 gebouwd. Daarbij liet de BR 43 een
enigszins minder stoomverbruik zien, om welke reden deze
voorlopig met nog eens 25 locs verder gebouwd werd.
Omdat echter de eisen aan trekkracht en hogere snelheden
gestegen waren, herinnerde men zich weer de BR 44, die
door de betere compensatie van de massa en de geringere
tapdruk hiervoor beter geschikt was.
Vanaf 1937 begon daarom de gemodificeerde serieproductie
bij de firma‘s Henschel, Krupp en Schwartzkopff te lopen.