8
Stapelklep aan vloeistofzijde
Onderhoudspoort (Klepkern (Stelpen))
Stapelklep aan gaszijde
Vacuümpomp
vacuümpompadapter
voor retourbeveiliging
(Enkel voor R410A)
Vulslang
(Enkel voor R410A)
Kraan Hi
(Volledig gesloten houden)
Collectorklep
Manometer
Compoundmanometer
Kraan Lo
Vulslang
(Enkel voor R410A)
Verbindingsleiding
–101 kPa
(–76 cmHg)
Halfverbinding
Opruimmoer
Kant met uitwendige
schroefdraad
Vastzetten met een sleutel.
Vastzetten met een momentsleutel.
Kant met inwendige
schroefdraad
Opruiming aan
de kant van de
binnenmodule
Opruiming aan
de kant van de
buitenmodule
Gestanste lijn
OPGELET
Breng het midden van de verbindingsleidingen tegenover elkaar en draai de
opruimmoer zover mogelijk aan met de hand. Draai de moer dan verder aan
met een sleutel en een momentsleutel zoals de afbeelding laat zien.
Verbinden
Oefen niet teveel kracht uit. Indien u dat toch doet, kan de moer breken.
Afvoeren
Nadat de leiding is aangesloten op de binnenmodule, kan het systeem
worden ontlucht.
ONTLUCHTEN
Ontlucht de verbindingsleidingen en de binnenmodule met behulp van
een vacuümpomp. Gebruik het koelmiddel in de buitenmodule niet.
Raadpleeg de handleiding van de vacuümpomp voor meer details.
•
Vastzetmoment van de opruimleidingsverbindingen
De werkingsdruk van de R410A is hoger
dan die van de R22 (ongeveer 1,6 keer).
Het is dan ook noodzakelijk de opruimlei
dingsverbindingen (die de binnenmodule
en de buitenmodule verbinden) goed
vast te maken tot aan het voorgestelde
vastzetmoment.
Slechte aansluitingen kunnen niet alleen
leiden tot een gaslek, maar kunnen ook
schade veroorzaken aan de koelcyclus.
1. Hoe leidingen vormen
Vorm de leidingen langs de ingestanste lijn
op de buitenmodule.
2. Hoe leidingen positioneren
Plaats de uiteinden van de leidingen op
85 mm van de gestanste lijn.
Leidingen vormen
Gebruik een vacuümpomp met retourbeveiliging zodat de olie in de pomp
niet terug in de leidingen van de airconditioning kan lopen wanneer de pomp
stopt.
(Als olie van in de vacuümpomp in de airconditioning – die met R410A werkt
– geraakt, dan kan dit een slechte werking van de koelcyclus veroorzaken.)
1. Sluit de vulleiding van de collectorklep aan op de onderhoudspoort van
de klep aan de gaszijde.
2. Sluit de vulslang aan op de poort van de vacuümpomp.
3. Open de handle aan de lagedrukzijde van de collectorklep volledig.
4. Schakel de vacuümpomp aan om het ontluchten te starten. Ontlucht
gedurende ongeveer 15 minuten bij een leiding van 20 meter lang. (15
minuten voor 20 meter) (op basis van een pompvermogen van 27 liter
per minuut) Controleer dan of de compoundmanometer –101 kPa (–76
cmHg) aangeeft.
5. Sluit de handle aan de lagedrukzijde van de collectorklep volledig.
6. Open de klepsteel van de stapelkleppen volledig (gas- en vloeistofzijde).
7. Maak de vulslang los van de onderhoudspoort.
8. Draai de doppen op de stapelkleppen goed vast.
Gebruik van een vacuümpomp
(Eenheid : N·m)
Buitendiam. koperleiding
Vastzetmoment
Ø6,35 mm
14 tot 18 (1,4 tot 1,8 kgf·m)
Ø9,52 mm
33 tot 42 (3,3 tot 4,2 kgf·m)
Ø12,70 mm
50 tot 62 (5,0 tot 6,2 kgf·m)
OPGELET
•
HOU BIJ HET WERKEN AAN LEIDINGEN REKENING MET DE
VOLGENDE 5 BELANGRIJKE PUNTEN.
(1) Verwijder stof en vocht uit de leidingen.
(2) Bevestig leidingen stevig aan de module.
(3) Verwijder de lucht uit de aangesloten leidingen met een
VACUUMPOMP.
(4) Controleer de verbindingen op gaslekken.
(5) Zorg, dat u vóór gebruik de stapelkleppen volledig opent.
Voorzorgsmaatregelen omgang met pakkingklep
• Open de klepstang volledig naar buiten, maar probeer deze niet te
openen voorbij de stopper.
• Maak de pakkingkap stevig vast tegen de torsie uit de onderstaande tabel.
Buisgrootte van pakkingklep
Grootte van zeskant moersleutel
12,70 mm en kleiner
A = 4 mm
15,88 mm
A = 5 mm
A
H
Een zeskant
moersleutel is vereist.
Kap
Kapgrootte
(H)
Torsie
Kap
klepstand
H17 - H19
14~18 N·m
(1,4 tot 1,8 kgf·m)
H22 - H30
33~42 N·m
(3,3 tot 4,2 kgf·m)
Kap onder-
houdspoort
H14
8~12 N·m
(0,8 tot 1,2 kgf·m)
H17
14~18 N·m
(1,4 tot 1,8 kgf·m)
Kap
onderhoudspoort
Kap klepstand
Elektriciteit
1. De stroomtoevoer dient verbonden te zijn met de buitenunit
2. De netspanning moet overeenstemmen met de nominale spanning van de
air conditioner.
3. Sluit alleen de air conditioner aan op het stopcontact.
OPMERKING
• Draadtype : Meer dan H07RN-F of 245 IEC66 (1,5 mm
2
of meer)
OPGELET
• Aansluiting op vast bedrading:
Een schakelaar of stroomonderbreker die alle polen isoleert en met
een contactafstand van minstens 3 mm moet in de vaste bedrading
zijn geïntegreerd. Er dienen goedgekeurde stroomonderbrekers of
schakelaars te worden gebruikt.
• De bedrading dient een voldoende hoge capaciteit te hebben.
Содержание RAS-10N3AV2 Series
Страница 276: ......