108
10. Inspectie en Onderhoud voor het rijden
(Controle van de remvoering vooraan)
﹙
Controleer de hoeveelheid olie in de
remcilinder
﹚
Controleer de rem achter de remklauw. Het
remblok moet nieuwe voering krijgt als de
slijtage indicator van de remblokken de
schijfrem bereikt.
Parkeer de scooter op een effen ondergrond
en controleer of het vloeistof peil onder het
“LOWER” teken staat. Aanbevolen
remvloeistof: REM OLIE (
DOT 3 of DOT4
).
(Vullen van de remvloeistof van het voorwiel)
1. Maak de schroeven los en verwijder het deksel
van de rempomp.
2. Verwijder vuil van rond het reservoir, let op dat er
geen vuil in het reservoir valt.
3. Verwijder het membraan.
4. Vul remvloeistof bij tot de max. limiet
5. Monteer het membraan en installeer het
membraandeksel.
6. Let op dat het membraan op dezelfde manier
wordt teruggeplaatst en dat er niets in het
reservoir valt. Zet het deksel van de rempomp
correct vast.
WAARSCHUWING:
Om chemische reacties te vermijden: gebruik geen andere remvloeistof dan aanbevolen.
Zorg er bij het vullen voor dat u de max. limiet niet overschrijdt en u niet morst op de gelakte of
plastic onderdelen om schade te vermijden
AFSTELLEN VAN DE GASHANDGREEP
Bij een correcte afstelling heeft het gashendel een vrije slag van
5~10°.
Draai de borgmoer los, zet de stelmoer in de gewenste positie
Draai de borgmoer weer goed vast.
Controleer de volgende punten:
1. Controleer de kabel van het gashendel om na te gaan of het
hendel soepel van een open tot een gesloten stand draait.
2. Controleer of bij stuurslag naar beide zijden het gashendel
kabel niet belemmerd worden.
3. Controleer of de gaskabel door andere kabels gehinderd
wordt om soepel te functioneren.
Remschijf
Bovenste
Remvloeistof
Membraan
Deksel rempomp
Bouten
Remklauw
Indicatie
slijtagelimiet van de
remblokken
5~10
°
Vaste moer
Stelmoer
Rubber leiding
