13
DIODE TEST
CONTINUÏTEITSCONTROLE
BATTERIJ VERVANGEN
1.
Koppel de meetsnoeren los van eventuele meetcircuits.
2.
Zet de draaischakelaar op de “hFE” positie.
3.
Bepaal of de te testen transistor NPN of PNP is en zoek de emitter-, basis- en collectorkabels. Steek de
draden van de transistor in de juiste gaten van de hFE-aansluiting op het voorpaneel.
4.
Lees de geschatte hFE-waarde af bij de testconditie van basisstroom 10uA en Vce 3V.
1.
Om elektrische schokken en/of schade aan het instrument te voorkomen, moet je de stroom naar het
circuit loskoppelen en alle hoogspanningscondensatoren ontladen voordat je de continuïteit test.
2.
Zet de draaischakelaar in de stand “ “.
3.
Sluit het rode meetsnoer aan op de “VΩmA”-aansluiting en het zwarte meetsnoer op de “COM”-
aansluiting.
4.
Sluit de meetpennen van de meetsnoeren aan op twee punten van het circuit. Als er continuïteit is
(minder dan 1,5K Ω), klinkt de ingebouwde zoemer.
Er is een continuïteitstest beschikbaar om de open/kortsluiting van een circuit te controleren.
Continuïteit is een volledig pad voor stroom. De zoemer klinkt als een circuit is gesloten.
Als op het scherm verschijnt, geeft dit aan dat de batterij moet worden vervangen. Vervang
de batterij zodra de batterij-indicator verschijnt om foutieve aflezingen te voorkomen, die tot
mogelijke elektrische schokken of persoonlijk letsel kunnen leiden.
Om de batterij te vervangen, zet je de Digitale Multimeter uit en verwijder je de schroef aan de
onderkant van de behuizing. Open de behuizing en vervang de batterij door een nieuwe. Let
goed op de polariteit van de batterij.
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING:
Voordat je probeert de behuizing te openen, moet je er altijd voor
zorgen dat de meetsnoeren zijn losgekoppeld van de meetcircuits.
Sluit de behuizing en draai de schroef volledig vast voordat je de
Digitale Multimeter gebruikt om elektrische schokken te voorkomen.