► Bladblazer met een hand op de bedienings‐
handgreep zo vasthouden en sturen dat de
duim om de bedieningshandgreep valt.
11.2
Vermogenstrap instellen
Afhankelijk van het gebruik, kunnen 3 vermo‐
genstrappen worden ingesteld. De leds geven de
ingestelde vermogenstrap weer. Hoe hoger de
vermogenstrap, des te meer lucht kan er uit de
blaasmond stromen.
De ingestelde vermogenstrap beïnvloedt de
werktijd van de accu. Hoe lager de vermogens‐
trap, des te langer is de werktijd van de accu.
0000-GXX-4438-A0
1
► Arrêteerhendel (1) met de duim in stand
schuiven.
De leds geven de ingestelde vermogenstrap
weer.
► Arrêteerhendel (1) naar voren drukken, even
vasthouden en weer terug laten veren.
De volgende vermogenstrap is ingesteld. Na
de derde vermogenstrap volgt weer de eerste
vermogenstrap.
► Arrêteerhendel (1) zo vaak naar voren druk‐
ken en laten terugveren, tot de gewenste ver‐
mogenstrap is ingesteld.
11.3
Boost-functie activeren
Onafhankelijk van de ingestelde vermogenstrap
kan de boost-functie worden geactiveerd. Als de
boost-functie is geactiveerd blaast de bladblazer
met maximaal vermogen.
De boost-functie beïnvloedt de werktijd van de
accu. Hoe langer de boost-functie is geactiveerd,
des te korter is de werktijd van de accu.
0000-GXX-4439-A0
1
► Schakelhendel (1) geheel indrukken en inge‐
drukt houden.
De leds gaan na elkaar knipperen. De boost-
functie is geactiveerd.
Als de schakelhendel (1) wordt losgelaten, wordt
de boost-functie gedeactiveerd. De laatst
gebruikte vermogenstrap is weer ingesteld.
11.4
Blazen
0000-GXX-4440-A0
► Blaasmond op de grond richten.
► Langzaam en gecontroleerd in voorwaartse
richting lopen.
12 Na de werkzaamheden
12.1
Na de werkzaamheden
► Bladblazer uitschakelen, de arrêteerhendel in
stand schuiven en de stekker van de aan‐
sluitkabel uit de bus trekken.
► Als de bladblazer nat is: Bladblazer laten dro‐
gen.
► Bladblazer reinigen.
13 Vervoeren
13.1
Bladblazer vervoeren
► Bladblazer uitschakelen, de arrêteerhendel in
stand schuiven en de stekker van de aan‐
sluitkabel uit de bus trekken.
Bladblazer dragen
► Bladblazer met een hand aan de bedienings‐
handgreep dragen.
Bladblazer in een voertuig vervoeren
► Bladblazer zo borgen dat de bladblazer niet
kan vallen en verschuiven.
14 Opslaan
14.1
Bladblazer opslaan
► Bladblazer uitschakelen, de arrêteerhendel in
stand schuiven en de stekker van de aan‐
sluitkabel uit de bus trekken.
Nederlands
12 Na de werkzaamheden
66
0458-711-9621-C