46
Een randapparaat selecteren
1
Druk herhaaldelijk op
(SRC)
tot "AUX"
wordt weergegeven op de hoofdeenheid.
2
Druk op
(MODE)
om "FRONT-IN" of
"REAR-IN" te selecteren.
Gebruik de bedieningselementen op het
randapparaat om dit te bedienen.
Het volume aanpassen
Pas vóór het afspelen het volume van elk
aangesloten apparaat aan.
1
Verlaag het volume op het apparaat.
2
Druk herhaaldelijk op
(SRC)
tot "AUX"
wordt weergegeven op de hoofdeenheid.
Als er twee randapparaten zijn aangesloten,
drukt u op
(MODE)
om het apparaat te
selecteren waarvoor u het volume wilt
aanpassen.
3
Start het afspelen op het randapparaat met een
normaal volume.
4
Stel uw gebruikelijke luistervolume in op het
apparaat.
5
Druk op
(SYSTEM SETUP)
.
6
Druk op
M
/
m
om "AUX-LEVEL" te
selecteren en druk op
(ENTER)
.
7
Druk op
M
/
m
om het ingangsniveau aan te
passen.
Het ingangsniveau kan stapsgewijs worden
aangepast van –8 tot +18.
8
Druk op
(ENTER)
.
De instelling is voltooid.
Als u het scherm met systeeminstellingen wilt
verbergen, drukt u op
(SYSTEM SETUP)
.
Met de hoofdeenheid
Druk op
(SOURCE)
in plaats van op
(SRC)
, houd de
volumeknop ingedrukt in plaats van op
(SYSTEM SETUP)
te drukken, draai de volumeknop in
plaats van op
M
/
m
te drukken.
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
• Wanneer uw auto in de volle zon heeft gestaan,
moet u eerst het apparaat laten afkoelen voordat u
het gebruikt.
• Er wordt automatisch een elektrische antenne
uitgeschoven wanneer het apparaat wordt
ingeschakeld.
Condensvorming
Op een regenachtige dag of in een zeer vochtige
omgeving kan vocht condenseren op de lenzen en
het scherm van het apparaat. In dit geval kan de
werking van het apparaat worden verstoord.
Verwijder de disc en wacht ongeveer een uur tot alle
vocht is verdampt.
Optimale geluidskwaliteit behouden
Let op dat u geen drankjes op het apparaat of de
discs morst.
Opmerkingen over discs
• Raak het oppervlak van de disc niet aan zodat dit
schoon blijft. Pak de disc bij de randen vast.
• Bewaar de discs in het doosje of het discmagazijn
wanneer u deze niet gebruikt.
• Stel discs niet bloot aan hitte/hoge temperaturen.
Laat de discs niet achter in een geparkeerde auto
of op het dashboard/de hoedenplank.
• Plak geen etiketten op de discs en gebruik geen
discs met kleverige inkt/resten. Dergelijke discs
kunnen stoppen met draaien, waardoor de werking
wordt verstoord of de disc kan worden
beschadigd.
• Gebruik geen discs waarop stickers zijn geplakt.
Als u dergelijke discs toch gebruikt, kan dat leiden
tot:
– het niet uitwerpen van een disc (doordat een
sticker losraakt en het uitwerpmechanisme wordt
geblokkeerd);
– het niet correct lezen van audiogegevens
(bijvoorbeeld geluid verspringt of wordt niet
afgespeeld) doordat de sticker onder invloed van
de warmte krimpt en de disc krom trekt.
• Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld hart,
vierkant, ster) kunnen niet met dit apparaat
worden afgespeeld. Als u dit toch probeert, kan
het apparaat worden beschadigd. Gebruik
dergelijke discs niet.