13
iPod
Een iPod afspelen
Door een iPod aan te sluiten op de
dockconnector aan de achterkant van het
apparaat, kunt u het geluid beluisteren via de
autoluidsprekers, terwijl u de iPod bedient vanaf
het apparaat.
Opmerkingen
•
Wanneer een iPod is aangesloten op de
dockconnector, kunnen er geen bewerkingen
worden uitgevoerd op de iPod.
•
Zet het volume van het apparaat zachter voordat u
de iPod aansluit op de dockconnector.
Tracks afspelen
1
Sluit de iPod aan op de
dockconnector.
De iPod wordt automatisch ingeschakeld en
het display van de iPod ziet er als volgt uit.
2
Druk op
(SOURCE)
om de PD te
selecteren.
"PD 1 PORTABLE" wordt weergegeven en
de tracks op de iPod worden automatisch
afgespeeld vanaf het laatst afgespeelde punt.
3
Druk op
(MODE)
om de weergavestand
te kiezen.
De stand wordt als volgt gewijzigd:
RESUMING
t
ALBUM
t
ARTIST
t
PLAYLIST
4
Pas het volume aan.
Druk op
(OFF)
om het afspelen te stoppen.
Tips
•
Wanneer de iPod is aangesloten op de
dockconnector, wordt de stand gewijzigd in de stand
Resuming. In de stand Resuming werkt de knop
Repeat, Shuffle of Scan niet. Als u de stand
Resuming annuleert door op
(MODE)
of
(1)
/
(2)
(GP/ALBM –/+) te drukken, kunt u met de knop
Repeat, Shuffle of Scan de weergavestand wijzigen.
•
Wanneer de contactsleutel in de ACC-positie is
gezet, of het apparaat is ingeschakeld, wordt de
iPod opgeladen.
•
Als de iPod tijdens het afspelen wordt losgekoppeld,
wordt het afspelen onderbroken.
Opmerking
Er kan geen extra iPod worden aangesloten met de
XA-110IP.
Displayitems
Als u de displayitems wilt wijzigen, drukt u op
(DSPL)
. Wilt u de displayitems rollen, dan drukt
u op
(SCRL)
op de kaartafstandsbediening of
stelt u "A.SCRL-ON" in (pagina 15).
Opmerking
Het is mogelijk dat sommige letters die zijn
opgeslagen in de iPod niet juist worden weergegeven.
De weergavestand instellen
Album, artiest of afspeellijst
selecteren
1
Druk tijdens het afspelen op
(MODE)
.
De stand wordt als volgt gewijzigd:
ALBUM
t
ARTIST
t
PLAYLIST
Albums, artiesten en afspeellijsten
overslaan
>
.
M
EN
U
Actie
Druk op
Overslaan
(1)
/
(2)
(GP/ALBM –/+)
[voor alles wat u over wilt
slaan, één keer drukken]
Blijven
overslaan
(1)
/
(2)
(GP/ALBM –/+)
[tot gewenst punt]
Track-/album-/artiestennaam,
tracknummer, verstreken speelduur, klok