NEDERLANDS
42
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
1.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal uit de
binnenkant van de oven. Verwijder het losse stuk
polyethyleen tussen de deur en de oven. Indien
aanwezig, haalt u de sticker met informatie over
de oven van de deur af.
Verwijder nooit het plastic beschermlaagje aan
de
binnenkant
van de deur.
2.
Kontroleer de oven regelmatig op beschadiging.
3.
Plaats de oven op een vlak en waterpas oppervlak
dat sterk genoeg is om het gewicht te houden plus
het gewicht van het zwaarste item dat eventueel
wordt gekookt.
4.
Zorg ervoor dat er zich minstens 15 cm ruimte
boven het apparaat bevindt.
5.
Steek de stekker van de oven in een standaard
geaard stopkontakt.
6.
Zorg ervoor dat de
TIJDSCHAKELAAR
in de “
●
”
(uit) stand staat.
Plaats tijdens gebruik geen enkel voorwerp op de
behuizing van de oven.
OPMERKING:
Raadpleeg een erkend electriciën indien u twijfels
aangaande het aansluiten van de oven heeft.
Noch de fabrikant noch de handelaar zijn
aansprakelijk voor schade aan de oven of
persoonlijk letsel indien de oven niet op de
voorgeschreven, juiste manier is aangesloten.
Kondens of vocht kan mogelijk op de ovenwanden
of rond de deurafdichtingen en pasvlakken worden
gevormd. Dit is normaal en duidt niet op een defekt
of het lekken van mikrogolven.
altijd een hittebestendig isolatiemateriaal zoals een
porseleinen bord, onder de schaal of het materiaal
te plaatsen. Stel nooit een langere tijd in dan de
voor het gerecht voorgeschreven kooktijd.
Gebruik geen metalen voorwerpen. Mikrogolven
reflekteren hier namelijk op waardoor vonken
worden opgewekt. Plaats geen blikjes in de oven.
Gebruik alleen de voor deze oven ontworpen
draaitafel en draaisteun. Gebruik de magnetron niet
zonder het draaitafel.
Voorkomen van barsten van de draaitafel:
(a) Laat de draaitafel afkoelen alvorens deze met
water te reinigen.
(b) Plaats heet voedsel of een hete schaal en
dergelijke niet op een koude draaitafel.
(c) Plaats koud voedsel of een koude schaal en
dergelijke niet op een warme draaitafel.
15cm
✓
✗
VERLEGGEN
VERLEGGEN NOOIT
INSTALLATIE
KOKEN MET DE MAGNETRON
Uw magnetron heeft 5 voorkeuze-vermogenniveau’s.
Voor het kiezen van het magnetronvermogen dient u
zich aan de gegevens in dit kookboek te houden. In
het algemeen gelden de volgende adviezen.
800 W
:
Voor snelle bereiding of het opwarmen van b.v. soep,
ovenschotels, voedsel uit blik, warme dranken,
groenten, vis, etc.
560 W
:
Voor langduriger bereiding van compact voedsel,
zoals braadstukken en gehaktbrood, tevens voor
gevoelige gerechten, zoals kaassaus en cake van
biscuitdeeg. Bij deze verlaagde stand kookt de saus
niet over en wordt voedsel gelijkmatig gaar, zonder
aan de zijkanten overgaar te worden.
400 W
:
Voor compact voedsel dat een lange bereidingstijd
nodig heeft wanneer het conventioneel bereid wordt,
b.v. rundvleesschotels; deze vermogens-instelling wordt
gekozen om er zeker van te zijn dat het vlees mals blijft.
240 W
:
Om te ontdooien; kies deze vermogensstand om er
zeker van te zijn dat het voedsel gelijkmatig ontdooit.
Deze instelling is ook ideaal voor het zachtjes koken
van rijst, pasta, knoedels en voor de bereiding van
custardpudding.
80 W
:
Voor zachtjes ontdooien, b.v. slagroomtaart of -gebak.
W = WATT
4.SEEG R-207 O/M Dutch 02.11.6 1:40 PM Page 3