NL - 12
2.2.
elektrische AAnsluiting
en veiligheid
WAARSCHUWING:
De elektrische
aansluiting van dit apparaat mag
uitsluitend worden uitgevoerd door
erkend onderhoudspersoneel of een
gekwalificeerd elektricien en
overeenkomstig de instructies van deze
handleiding en conform de geldende
voorschriften.
WAARSCHUWING: DIT TOESTEL
MOET WORDEN GEAARD.
• Voordat dit apparaat op de stroom
wordt aangesloten, dient het
maximale vermogen van het apparaat
(weergegeven op het identificatielabel
van het apparaat) te worden vergeleken
met de beschikbare netspanning, en de
bedrading van de netspanning moet het
maximale vermogen van het apparaat
aankunnen (ook weergegeven op het
identificatielabel van het apparaat).
• Zorg er tijdens installatie voor dat er
geïsoleerde kabels worden gebruikt.
Een onjuiste aansluiting kan uw
apparaat beschadigen. Als het
stroomsnoer beschadigd is, dient
deze door gekwalificeerd personeel te
worden vervangen.
• Gebruik geen adapters,
meerwegstekkers en/of verlengkabels.
• De stroomkabel moet uit de buurt blijven
van hete delen van het apparaat en
mag niet worden gebogen of geklemd.
Anders kan de kabel beschadigd raken
en kortsluiting veroorzaken.
• Als het apparaat niet met een stekker
aan de netstroom wordt aangesloten,
dient een isolatorschakelaar die
geschikt is voor alle polen (met
minstens 3 mm contactruimte)
te worden gebruikt om aan de
veiligheidsvoorschriften te voldoen.
• Het apparaat is ontworpen voor een
netspanning van 220-240V. Neem
contact op met een geautoriseerde
servicedienst of een erkende elektricien
als uw netspanning anders is.
• De stroomkabel (H05VV-F) dient
voldoende lengte te hebben om te
worden aangesloten op het apparaat,
ook wanneer het apparaat helemaal uit
de kast is geschoven.
• Zorg ervoor dat alle aansluitingen goed
vastzitten.
• Bevestig de stroomkabel in de
kabelklem en sluit de deksel.
• De aansluiting op het klemmenblok
wordt gedaan op de aansluitkast.
Bruin
Geel+groen
Blauw