INBEDRIJFSTELLING
Minimum vereisten van de toevoernetten en de betreffende aansluitingen:
Elektriciteitsnet
- Eenfase spanning 230V 50/60Hz met een aardkabel met een
doorsnede van 2,5 mm
2
.
Persluchtnet
- Bedrijfsdruk niet hoger dan 8 bar; het net moet gefilterde en
ontvochtigde lucht verstrekken.
INGEBRUIKNEMING
Arm HF6000
Aansluiting van elektrische gereedschappen
- Steek de stekker van het gereedschap in de aansluiting (19) van de arm;
- als het gereedschap uitgerust is met een zuigsysteem dan moet dit met de spe-
ciale slang (28) op het 2 weg koppelstuk (27) aangesloten worden;
- sluit geen gereedschappen met een grotere belasting op de elektrische aansluitin-
gen aan dan de nominale capaciteit ervan (max. 2x500 W).
Aansluiting van pneumatische gereedschappen
- Sluit de persluchttoevoerslang van het gereedschap aan op de snelkoppeling van
de stofzuiger (18); sluit het andere uiteinde aan op de aansluiting van het ge-
reedschap;
- als het gereedschap uitgerust is met een zuigsysteem dan moet dit met de
speciale slang (optie) op het 2 weg koppelstuk (27) aangesloten worden.
Controles vooraf
- controleer of de zuigslang zodanig op zijn plaats bevestigd is dat hij de gereed-
schappen niet in de weg zit;
- de persluchttoevoer geen lekken vertoont.
Nadat u alle aansluitingen tot stand gebracht heeft moet u de gereedschappen
even testen om er zeker van te zijn dat zij goed functioneren en houd daarbij de
aanwijzingen die bij de gereedschappen verstrekt worden aan.
Arm HB6000 (en besturingseenheid EP3)
Aansluiting van elektrische gereedschappen
- Steek de stekker van het gereedschap in de aansluiting van de besturingseen-
heid;
- als het gereedschap uitgerust is met een zuigsysteem dan moet dit met de spe-
ciale slang op het 2 weg koppelstuk aangesloten worden;
- sluit geen gereedschappen met een grotere belasting op de elektrische aansluitin-
gen aan dan de nominale capaciteit ervan (max. 2x500 W).
Aansluiting van pneumatische gereedschappen
- sluit de persluchttoevoerslang aan op de snelkoppelingsaansluiting van de be-
sturingseenheid (20); sluit het andere uiteinde aan op de aansluiting van het ge-
reedschap;
- als het gereedschap uitgerust is met een zuigsysteem dan moet dit met de
speciale slang (optie) (48) op het 2 weg (30) koppelstuk aangesloten worden.
GEBRUIK VAN DE MACHINE
Arm HF6000
De machine functioneert op de handbediende stand: door aan de schakelaar (21)
te draaien start de stofzuigturbine.
Arm HB6000 (inclusief besturingseenheid EP3)
De machine functioneert op de handbediende stand: door aan de schakelaar op
de besturingseenheid EP3 te draaien start de stofzuigturbine.
Werking op de automatische stand (optie)
De besturingseenheden EP3 voor HB6000 (model "A" en "C") zijn uitgerust met
sensoren voor de automatische werking: als u het elektrische of pneumatische ge-
reedschap aanzet wordt de turbine tegelijkertijd in werking gesteld. Na afloop van
het werk en nadat het gereedschap uitgeschakeld is moet de turbine ook automa-
tisch uitgeschakeld worden met een uitschakelvertraging van 1 minuut. Model "C"
van de besturingseenheid is bovendien uitgerust met een automatisch onderbre-
kingssysteem van de zuiging (CUT-OFF).
ONDERHOUD
Ten minste één keer per jaar moet de machine geïnspecteerd worden door de fa-
brikant of door één van diens erkende vertegenwoordigers om te zien of de ma-
chine goed functioneert en om te zien of het filtersysteem van de machine geen
schade opgelopen heeft.
RUPES
Spa kan op geen enkele wijze aansprakelijk gesteld
worden voor directe of indirecte schade die te wijten is aan het feit dat de aanwij-
zingen die in deze gebruiksaanwijzing staan niet in acht genomen zijn.
Gewoon onderhoud (door de gebruiker)
- Controleer de staat van de stofzuigslangen;
- zorg ervoor dat de arm schoon en droog blijft.
Buitengewoon onderhoud (door een erkend servicecentrum)
- De filters die op de koel- en afvoerleidingen gemonteerd zijn moeten van tijd tot
tijd gecontroleerd en indien nodig vervangen worden;
- controleer de staat van de toevoerslangen en de betreffende koppelstukken.
Deze streep stemt overeen met de middellijn van de muurconsole (1) van de arm (3).
Deze hoogte dient als maximaal beschouwd te worden; als het vertrek dit niet toe-
laat dan moet dit verminderd worden en moeten alle aansluitingen verhouding-
sgewijs aangepast worden. Normaal moet de besturingseenheid EP3 op een mi-
nimum hoogte van 165 cm vanaf de vloer tot aan het onderste vlak van de bestu-
ringseenheid bevestigd worden.
Let op!
Alle volgende maten moeten gebaseerd worden op bovengenoemde maten.
Muurconsole (1)
Als de hoogte bepaald is moet u zich 5 cm van de middellijn naar rechts ver-
plaatsen en het eerste gat aftekenen (afb. 2). Boor een gat (Ø 16 mm, diepte mi-
nimaal 90 mm) ter hoogte van het gat rechtsboven van de muurconsole (afb. 3).
Alvorens de plug (2) in het gat te steken moet het gat eerst met lucht schoonge-
blazen worden; steek daarna de plug erin en draai hem iets aan.
Controleer de evenwijdigheid met een waterpas en teken daarna de overige gaten
af (afb. 4).
Verwijder de muurconsole nu en boor de gaten, steek de pluggen erin, zet alles
vast en controleer met de waterpas of alles evenwijdig is (afb. 5 en 6).
Let op!
Voordat u de arm vervolgens monteert moet u eerst controleren of de vier plug-
gen de muurconsole stevig op zijn plaats houden.
Arm (3)
Til de zwenkarm (3) ter hoogte van de muurconsole op en steek de scharnier-
pennen er in de juiste volgorde in waarbij u als volgt te werk moet gaan.
Montagevolgorde van de pennen van de arm (afb. 8)
- Ontdoe zowel de gaten van de muurconsole als de gaten van de arm van even-
tuele verfrestanten;
- breng een laag lagervet in de gaten van de pennen en op de pennen zelf aan;
- schuif het plaatje D op pen C;
- steek de pennen C met het plaatje D in de gaten;
- plaats de schotelveren E op het plateau van de muurconsole;
- til de arm met een hefwerktuig dat het meest geschikt is op (heftruck, takel of
iets dergelijks);
- steek de pennen in de gaten van de muurconsole;
- breng het plaatje F en de zelfborgende moer G aan;
- draai de moeren G aan totdat er een lichte draaibeweging mogelijk is;
- controleer of de draagzuil van beton en de arm geen structurele verzakkingen
vertonen.
Nadat u alle aansluitingen in de aftakkast (32) tot stand gebracht heeft, moet u de
buigzame mantel (6) Ø mm 90 met de speciale meegeleverde slangklem (7) aan
de uitlaatkraag van de arm (afb. 7) bevestigen.
INSTALLATIE LUCHTBEHANDELINGSEENHEID (13 optie)
Teken op 95 cm van de grond en 40 cm links van de middellijn het eerste beve-
stigingspunt van de luchtbehandelingseenheid (13) af. Plaats de luchtbehande-
lingseenheid en teken het overige gat af. Boor de gaten Ø 8 mm en ga over tot het
bevestigen en het aansluiten van de luchtbehandelingseenheid op het perslucht-
net.
Sluit de slang Ø 6x14 mm (9) (droge lucht) aan op de koppeling (13B) en sluit de
slang Ø 10x19 mm (10) (gesmeerde lucht) aan op de aansluiting (13A).
Monteer vóór de arm een luchtbehandelingseenheid (13) van 3/8 met centrale aans-
luiting voor de droge lucht en sluit de twee slangen Ø 6x14 (9) voor de droge lucht en
Ø 10x19 (10) voor de gesmeerde lucht aan zoals aangegeven op afb. 9.
Sluit de twee slangen die uit de buigzame mantel komen als volgt op de console aan:
- de slang Ø 10x19 op punt 13A dat de twee aansluitingen voor pneumatisch ge-
reedschap van lucht voorziet;
- de slang Ø 6x14 op punt 13B dat de serviceluchtaansluiting van lucht voorziet.
Allebei de slangen moeten met de meegeleverde slangklemmen bevestigd worden.
INSTALLATIE VAN DE BESTURINGSEENHEID EP3 (HB6000)
Let op!
Om de installatie op de juiste manier uit te voeren moet u zich altijd aan het pneu-
matische schema, het elektrische schema en de voorschriften die in de gebruik-
saanwijzing van de besturingseenheid EP3 staan houden.
Bevestig de kettinkjes (14) met de speciale meegeleverde schroeven aan de kraag
van de besturingseenheid. Draai het schroefdraadkoppelstuk op de geribbelde
slang en duw alles in de zuigleiding. Schuif de geribbelde slang Ø 90 mm op de be-
sturingseenheid en zet hem met de speciale slangklem vast.
Elektrische aansluiting
Sluit het snoer 3x2,5 (11) dat uit de arm loopt aan op de aansluitstrip van de be-
sturingseenheid en houd daarbij de polariteit aan.
- BLAUW
1
- BRUIN
2
- GEEL-GROEN
3
Pneumatische aansluiting
Sluit de slang Ø 6x14 mm (9) (droge lucht) en de slang Ø 10x19 mm (10) (ge-
smeerde lucht) als volgt aan:
- de slang van 10x19 mm op het slangkoppelstuk Ø 12 m dat de twee aansluitin-
gen voor pneumatisch gereedschap van lucht voorziet;
- de slang van 6x14 mm op het slangkoppelstuk Ø 7 mm dat de aansluiting voor
servicelucht van lucht voorziet.
Allebei de slangen moeten met de meegeleverde slangklemmen bevestigd worden.
17
Содержание HB6000
Страница 4: ...HB6000 H 450 cm HF6000 H 250 cm FIG 9 9 10 13 30 5 ...
Страница 21: ......