
NL
51
RH403S
Originele bedieningsinstructies
Werkinstructies voor de gebruikmaking van enkele schijven
De groefbreedte wordt bepaald door het aantal en de dikte van de afstandsringen tussen de
beide diamantdoorslijpschijven alsmede de dikte van de diamantdoorslijpschijven.
De groefbreedte wordt als volgt berekend:
groefbreedte = breedte/dikte van de afstands breedte/dikte van beide doorslijpschijven.
Breedtes van de afstandsringen zie uitbreidingsset: 2, 3, 4, 5, 10 en 17 mm
3
3
Allereerst één van de beide diamant-
doorslijpschijven monteren.
Plaats daarna de afstandsringen en de
tweede diamantdoorslijpschijf overeenkomstig
de gewenste groefbreedte.
De spindel en de spanbout brengt u in het
midden aan.
Druk op de spindelvergrendelknop (zie
afb. 2) teneinde de arbeidsspindel vast te
zetten.
Schroef de spanbout erop en draai deze met
de
inbussleutel SW6
vast.
Teneinde onnauwkeurigheden van de sleuf-
diepte (snijdiepte) te compenseren, welke
tijdens het uitbreken van het materiaal in de
groef ontstaan, dient de snijdiepte ca. 3
mm dieper dan de gewenste groefdiepte te
worden geselecteerd.
Verwijder het overgebleven materiaal in de
groef met een breekbeitel of een breekhamer.