• Overbelast de radiogestuurde schakelbare contactdoos niet. Neem het aanslui-
tingsvermogen in acht, zoals vermeld in het hoofdstuk „Technische specificaties“.
• Trek de radiogestuurde schakelbare contactdoos altijd uit de contactdoos voordat
u deze schoonmaakt, of wanneer u deze langere tijd niet gebruikt.
• Niet in serie schakelen! Dit kan tot overbelasting van de radiogestuurde schakel-
bare contactdoos leiden! Gevaar voor brand!
• Niet afgedekt gebruiken! Bij hogere aansluitvermogens wordt de radiogestuurde
schakelbare contactdoos warm, wat bij afdekking kan resulteren in een overver-
hitting en eventueel tot brand kan leiden!
• Het product is uitsluitend vrij van spanning als u de stekker uit de contactdoos
hebt getrokken!
• Raak de radiogestuurde schakelbare contactdoos niet aan wanneer deze be-
schadigingen vertoont; er bestaat levensgevaar door een elektrische schok!
Schakelbare eerst de netspanning van de contactdoos uit waaraan de netvoeding
is aangesloten (door de bijbehorende zekeringsautomaat uit te schakelen resp.
zekering eruit draaien, aangesloten FI-aardlekschakelaar uitschakelen, zodat de
contactdoos van alle polen ontkoppeld is).
Trek daarna pas de radiogestuurde schakelbare contactdoos uit het stopcontact.
Gebruik de beschadigde radiogestuurde schakelbare contactdoos niet meer, maar
voer hem af op milieuvriendelijke wijze.
c) Radiogestuurde handzender
• De radiogestuurde handzender wordt met een 12 V-batterij van het type „23A“.
aangedreven. Gebruik geen andere batterijen voor de stroomverzorging en ge-
bruik ook geen kleinere adapter.
• De radiogestuurde handzender mag niet vochtig of nat worden. Hierdoor zal hij
beschadigd worden.
Voorbereiding
De levering omvat typeplaatjes in verscheidene talen. Plak het typeplaatje met de voor u toe-
passelijke taal over het Duitstalige typeplaatje van de radiogestuurde schakelbare contactdoos.
Bedieningselementen
A Controle-LED (licht op bij indrukken van toetsen)
B Toetsenveld voor schakelkanalen 1, 2 , 3, 4 („ON“ = Aan, „OFF“ = Uit)
C Codeerschakelaar I, II, III, IV voor één van de vier adrescodes
D Batterijvak voor een 12 V-batterij van het type „23A“
E Contactdoos aan voorzijde voor het aansluiten van een gebruiker (onder het deksel), met
kinderbeveiliging
F Veiligheidsstekker voor aansluiten op stopcontact
G Codeerschakelaar voor keuze van het schakelkanaal 1, 2, 3, 4
H Codeerschakelaar I, II, III, IV voor één van de vier adrescodes
Batterij plaatsen, batterij vervangen
Open het batterijcompartiment (D) aan de achterzijde van de radiogestuurde handzender en
plaats een 12 V-batterij (type „23A“) met de juiste polariteit (zie opschrift in het batterijcompar-
timent, en afbeelding hierboven). Sluit het batterijvak weer.
Vervanging van de batterij is noodzakelijk, wanneer het bereik van de radiogestuurde hand-
zender merkbaar afneemt of wanneer de controle-LED (A) niet meer oplicht bij het indrukken
van toetsen.
Als u de radiogestuurde handzender langere tijd niet gebruikt (bijv. bij opslag), ver-
wijdert u de batterij uit de radiogestuurde handzender. Een te oude batterij kan gaan
lekken en tot beschadigingen van de radiogestuurde handzender leiden.
Instellen van de adrescodes
Zowel op de radiogestuurde handzender als ook op de radiogestuurde schakelbare contact-
doos kan één van vier adrescodes (I, II, III, IV) worden ingesteld. Hiermee kunt u tot vier gelijke
radiogestuurde, schakelbare sets (bijv. Vier handzenders en de daarbij horende radiogestuur-
de, schakelbare contactdozen) zonder onderlinge invloed gebruiken.
Kies op de radiogestuurde handzender één van de adrescodes (I, II, III, IV) met de schuifscha-
kelaar (C).uit. Stel op de bijbehorende radiogestuurde schakelbare contactdoos/contactdozen
precies dezelfde adrescode in; gebruik een platte schroevendraaier om de codeerschakelaar
(H) te draaien.
Indien op de draadloze handzender en het draadloze schakelstopcontact een ande-
re adrescode wordt ingesteld, reageert het draadloze schakelstopcontact niet op de
schakelopdrachten op de draadloze handzender!
Instellen van het schakelkanaal op de radiogestuurde schakelbare
contactdoos
Op de achterzijde van de radiogestuurde schakelbare contactdoos vindt u nog een codeer-
schakelaar (G), die met de cijfers „1“, „2“, „3“ en „4“ gemarkeerd is. Deze dient, om één van de
vier schakelkanalen (op de radiogestuurde handzender ook met „1“, „2“, „3“ en „4“ gemerkt) te
selecteren, wanneer meer dan één radiogestuurde schakelbare contactdoos gebruikt wordt.
Uiteraard kunnen twee of meer radiogestuurde schakelbare contactdozen op het-
zelfde schakelkanaal (1, 2, 3, of 4) worden ingesteld. Daardoor kunnen beide radio-
gestuurde schakelbare contactdozen gelijktijdig door een druk op de knop worden
aan- of uitgeschakeld.
Ingebruikname
Steek de radiogestuurde schakelbare contactdoos (zonder aanges-
loten verbruikers) in de daarvoor voorziene veiligheidscontactdoos.
Wanneer de radiogestuurde schakelbare contactdoos buitenshuis
wordt gebruikt, dan mag hiervoor alleen een veiligheidswandcontact-
doos met beschermingsklasse IP44 worden gebruikt.
Hij mag alleen in de rechts afgebeelde positie worden aangedreven.
De contactdoos moet naar boven liggen. De afdekklep opent naar
boven.
Indien ze anders wordt geplaatst kan er water in de ra-
diogestuurde schakelbare contactdoos komen en bestaat
levensgevaar door een elektrische schok! Bovendien
wordt de radiogestuurde schakelbare contactdoos hier-
door beschadigd en verliest het zijn waarborg/garantie.
Aansluiten van een verbruiker aan de radiogestuurde schakelbare
contactdoos
• Schakel de verbruiker uit.
• Klap de afdekking van de radiogestuurde schakelbare contactdoos naar boven en houd de
afdekking met één hand vast.
• Sluit de verbruiker aan op de radiogestuurde schakelbare contactdoos; druk de stekker he-
lemaal in het stopcontact .
De aansluitgegevens en het maximaal toegestane totale aansluitingsvermogen van
alle aangesloten verbruikers vindt u in het hoofdstuk „Technische gegevens“.
• Laat de afdekking van de radiogestuurde schakelbare contactdoos langzaam naar beneden
klappen (niet loslaten).
• Schakel nu de verbruiker in.
Bediening
Op de draadloze handzender en het draadloze schakelstopcontact moet in ieder
geval dezelfde adrescode ingesteld zijn, anders reageert de radiogestuurde scha-
kelstopcontact niet op de schakelopdrachten op de draadloze handzender. Hiermee
kunt u tot vier gelijke radiogestuurde, schakelbare sets (bijv. vier handzenders en
de daarbij horende radiogestuurde, schakelbare contactdozen) zonder onderlinge
invloed gebruiken.
Voor elk van de schakelkanalen (1, 2, 3, 4) bevindt er zich op de radiogestuurde handzender
een aparte toets:
„AAN” = inschakelen
„UIT” = uitschakelen
Om een schakelproces te onderbreken, druk kort op de overeenstemmende toets. Op de ra-
diogestuurde handzender licht het LED (A) op, wanneer er een radiosignaal wordt verzonden.
Door de in de radiogestuurde schakelbare contactdoos gebruikte schakeling is bij elke om-
schakeling een lichte klik te horen.
De radiogestuurde schakelbare contactdoos reageert uiteraard alleen wanneer u
op de radiogestuurde handzender die toets indrukt, die met het via de codeerscha-
kelaar (G) ingestelde schakelkanaal (1, 2, 3, 4) overeenkomt.
Boven
Beneden