
59
NL
HERSTELLEN VAN KLEINE TEKORTKOMINGEN
TEKORTKOMING
OPLOSSING
Ongelijkheid in maaihoogte van het gras
Voorste rollers zijn niet haaks met het onderste snijblad/maaidek.
over de breedte van de snede.
Maak de nodige afstellingen, zie pagina 41.
Gras is ongelijk op golvende of oneffen
Uitlijning van de snijcilinder is ontregeld, heeft mogelijk een
wijze gemaaid.
vreemd voorwerp geraakt. Raadpleeg uw plaatselijk service centrum.
Gras wordt eraf getrokken in plaats van
De snijcilinder ten opzichte van het onderste snijblad/maaidek
goed gemaaid.
afstellen, zie pagina 41. Wanneer het gras hierna nog niet goed wordt
gemaaid moeten de messen worden geslepen. Slijp de messen bij,
zie pagina 43. Wanneer ook dit niet helpt bij het oplossen van het
gebrek dan uw plaatselijk service centrum raadplegen.
Alle gras is verwijderd en de maaimachine
Onderste blad is te laag afgesteld. Breng de maaihoogte
komt moeilijk vooruit.
omhoog, zie pagina 41.
Maaimachine beweegt zich traag vooruit.
Cilinder kan tegen een vreemd voorwerp zijn gelopen. Stop de motor
en ruim het op.
Gemaaid gras gaat niet goed in de
Uitwerpopening onjuist afgesteld. Voor goede afstelling zie pagina 43.
grasvangbak.
Wanneer strovorming of vervilting op
Gebruik het Verti-Groom hulpstuk * of breng de kam aan.
het grasveld verschijnt.