
8
Instellingen
1
Aantal posten.
Om de lijn-impedantie en hiermee de kwaliteit van de signalen binnen het systeem op een
acceptabele waarde te houden moet met dipswitch S1 een instelling worden gemaakt
afhankelijk van het aantal posten in het totale systeem.
Gemakshalve is in onderstaande tabel aangegeven welke schakelaartjes moeten worden
gezet bij een bepaald aantal. Zie afbeeldingen achterin deze handleiding voor locatie
dipswitch.
Deze instelling moet in de hoofdpost worden gedaan. Als er meerdere hoofdposten in het
systeem gebruikt worden dan is het raadzaam om alleen in post 1 de instelling te doen en in
de andere posten alle schakelaars uit te laten staan.
2
Adressering.
(Instelling eigen postnummer)
Elke post moet zijn eigen unieke nummer krijgen. Geef de hoofdpost altijd het nummer 1
(één). Deze instelling moet door middel van S2 geschieden. Zie afbeeldingen achterin
deze handleiding voor locatie dipswitch.
Als er meerdere hoofdposten in het systeem zijn opgenomen geef dan de belangrijkste
hoofdpost, meestal die op de brug, het nummer 1. Dit is een belangrijk gegeven, omdat
elke nevenpost (RZ718) bij het maken van een oproep vanzelf bij post 1 uitkomt.
Uiteraard moeten deze instellingen voor elke post worden gedaan. Geef voor de
gebruiker duidelijk aan welk nummer op welke locatie staat.
Aantal
posten
Schakelaar
AAN
2
4
3
1+2+3
4
2+3
5
1+3
6
3
7
1+2
8
2
9
1
10
geen
Aantal
posten
Schakelaar
AAN
2
4
3
1+2+3
4
2+3
5
1+3
6
3
7
1+2
8
2
9
1
10
geen
Post
Schakelaar
AAN
1
geen
2
1
3
2
4
1+2
5
3
6
3+1
7
3+2
8
3+2+1
9
4
10
4+1
Содержание Sigma 700
Страница 1: ......