5
INSTALLATIE VAN HET APPARAAT; ZIE ILLUSTRATIE 3
Het apparaat moet geplaatst worden in een droge, goed geventileerde ruimte en zodanig dat er geen
direct zonlicht op kan vallen. Plaats het apparaat nooit direct na de PH regelaar en/of zoutelektrolyse.
De beste positie is – indien mogelijk – ná de filter. Installatie dient altijd verticaal te geschieden. De
elektronische ballast
(R)
moet zichtbaar blijven i.v.m. het lichtsignaal van de indicator voor de levensduur
van de UV-C-lamp. Houd ook rekening met de bereikbaarheid i.v.m. onderhoud (zie ook
Onderhoud en
demontage
).
1.
Draai de borgmoer
(H)
los van de behuizing
(D)
en bewaar deze voor bevestiging van de aansluit-
koppeling
(I)
bij 7.
2.
Haal voorzichtig de UV-C-lamp
(J)
uit de verpakking en schuif deze in het kwartsglas
(K)
.
3.
Steek de UV-C-lamp
(J)
in de lamphouder
(L)
en schuif het geheel verder in het kwartsglas
(K)
. Zorg
dat de O-ringen
(M1 & M2)
goed zitten.
4.
Draai de moer
(N)
handvast in de behuizing
(D)
.
5.
Monteer de buisklemmen
(O)
op de gewenste plaats. Hierin komt het apparaat te hangen. (Houd
hierbij rekening met de lengte van de kabels, zie verder 6).
6.
Monteer de elektronische ballast
(R)
op de gewenste plaats. (Houd hierbij rekening met de lengte
van de kabels).
7.
Schroef met de borgmoer
(H)
de aansluitkoppeling
(I)
op de behuizing
(D)
en zorg dat de O-ringen
(P)
goed zitten.
8.
Plaats het apparaat in de buisklemmen
(O)
en verlijm de aansluitkoppeling
(I)
tussen de leidingen.
9.
Zorg dat er voldoende water door het apparaat stroomt en plaats daarna de stekker in de daarvoor
bestemde contactdoos. Op de elektronische ballast
(R)
zullen nu alle lampjes oplichten waarna het
groene lampje zal blijven branden. Door de transparante aansluitkoppelingen
(I)
is te zien of de
UV-C-lamp
(J)
brandt. Controleer het geheel ook op eventuele lekkages.
10. Uitschakelen van het apparaat kan eenvoudig door de stekker uit de contactdoos te halen. De
elektronische ballast onthoudt het aantal branduren van de lamp.
ONDERHOUD & DEMONTAGE
Het apparaat heeft minimaal een keer per half jaar onderhoud nodig. Bij onderhoud moet de stroom-
toevoer verbroken worden. Het kwartsglas
(K)
en de behuizing
(D)
dienen ontdaan te worden van
kalkaanslag en eventuele algen. De UV-C-lamp
(J)
hoeft echter pas na maximaal 12.000 branduren ver-
vangen te worden. De levensduur is mede afhankelijk van het aantal aan-/uitschakelingen. De intelligen-
te elektronica van de ballast
(R)
geeft een signaal na 12.000 branduren.
1.
Verbreek de stroomtoevoer van apparaat en pomp en sluit het leidingwerk af.
2.
Zorg ervoor dat het water uit het apparaat kan weglopen.
3.
Draai moer
(N)
los en ontkoppel de UV-C-lamp
(J)
van de lamphouder
(L)
. Wanneer nodig kunt u
nu ook de lamp
(J)
vervangen (zie punt 10 voor reset).
4.
Haal het kwartsglas
(K)
voorzichtig omhoog.
5.
Het kwartsglas
(K)
kan met een hiervoor geschikt middel worden gereinigd. Spoel het kwartsglas
(K)
na reiniging goed af. Voorkom krassen door een zachte doek te gebruiken!
6.
De behuizing
(D)
kan nu ook gereinigd worden. Dat mag met een borstel, maar gebruik absoluut
geen chemicaliën.
7.
Plaats na reiniging het kwartsglas
(K)
weer in de behuizing
(D)
. Zorg dat de O-ring
(M1 & M2)
weer
goed zit en het kwartsglas
(K)
onder in het apparaat ook in de eindkap schuift.
8.
Steek de UV-C-lamp
(J)
in de lamphouder
(L)
en schuif het geheel verder in het kwartsglas
(K)
.
9.
Draai de moer
(N)
handvast op de behuizing
(D)
. (Zie verder 9 onder
Installatie van het apparaat
).
10. Na vervanging van de UV-C-lamp
(J)
dient het apparaat gereset te worden. Daarvoor moet de
knop
(S)
op de elektronische ballast
(R)
5 seconden lang ingedrukt gehouden worden. Hierna zal
het groene lampje weer gaan branden.
N.B. Bij vervanging van de behuizing en/of de elektronische ballast dient de aarding van het apparaat
geheel ontkoppeld te worden. De losse onderdelen moeten bewaard blijven, omdat die bij een nieuwe,
losse behuizing of ballast niet standaard worden meegeleverd.
Bij twijfel altijd een erkend installateur raadplegen!