
3
REF.: U002
4. Omschrijving
Raadpleeg de afbeeldingen op pagina 1 van deze handleiding.
1
slangaansluiting
5
brander
2
ontstekingsknop
6
drukregelaar
3
reduceerventiel
7
slang
4
handgreep
Test alle aansluitingen op gaslekken met een zeepoplossing.
4. Draai voorzichtig de gaskraan open. Bellen duiden op de aanwezigheid van een
gaslek. Is dit het geval, sluit onmiddellijk de gaskraan. Controleer en draai alle
aansluitingen vast. Open de gaskraan en test opnieuw. Als er opnieuw bellen
verschijnen, contacteer dan een verdeler.
5. Gebruik
5.1 Algemeen
1. Sluit de drukregelaar [6] aan op de gasfles.
2. Sluit de gasslang [7] aan op de drukregelaar [6] en de handgreep [4]. Onthoud dat
de schroefdraad linksdraaiend is.
3. Zorg ervoor dat alle onderdelen correct zijn aangesloten en voer een gaslektest
uit (zie 5.2). Alleen na de gaslektest kunt u de onkruidbrander inschakelen.
4. Draai voorzichtig de gaskraan open. Draai vervolgens het reduceerventiel [3] op
de handgreep [4] voorzichtig open. Let op dat u het reduceerventiel niet te veel
opendraait, de gasdruk zou de vlam kunnen doven. Laat de lucht uit de slang [7]
en de onkruidbrander ontsnappen, en wacht tot u het gas hoort stromen.
5. Druk op de ontstekingsknop [2] om een gele waakvlam in de onkruidbrander te
ontsteken. Indien nodig, draai voorzichtig het reduceerventiel [3] op de handgreep
[4] open om de gasdruk te verhogen. De vlam wordt groter maar blijft geel. Zorg
ervoor dat de vlam niet te groot wordt, dat vermindert de werking.
6. Druk op de handgreep [4] om een blauwe vlam te produceren. De grootte van de
vlam is afhankelijk van hoever het reduceerventiel is opengedraaid.
Houd de vlam naar beneden gericht en uit de buurt van personen, dieren en
voorwerpen.
7. Houd de brander [5] op een afstand van ongeveer 15 cm van de plant. Beweeg
voorzichtig de brander heen en weer over het onkruid gedurende 5 seconden.
Zorg ervoor dat u de plant niet volledig verbrand, maar enkel verhit. Hardnekkig
of vertakt onkruid (wild gras, wortel, enz.) moet langer aan de hitte blootgesteld
worden. Herhaal deze procedure na een paar dagen indien nodig. De
onkruidbrander is niet geschikt voor bloembedden of gazons.
8. Laat de handgreep [4] los om te stoppen. De blauwe vlam verdwijnt en de gele
vlam verschijnt. Indien nodig, verminder de gasdruk door het reduceerventiel [3]
voorzichtig dicht te draaien. Laat de waakvlam nooit onbeheerd branden.
9. Om het toestel uit te schakelen, draai eerst de gaskraan volledig dicht en laat het
gas opbranden in de onkruidbrander. Alleen wanneer de waakvlam uit is, kunt u
het reduceerventiel volledig dichtdraaien.
10. Ontkoppel de slang [7] van de gasfles. Verplaats een gasfles altijd rechtop.
Bewaar de onkruidbrander en de gasfles op een correcte manier.
Wijzig of vul een gasfles nooit.
5.2 Controle op gaslekken
Controleer op gaslekken voordat u de onkruidbrander gebruikt.
Voer de test altijd buitenshuis uit.
1. Draai voorzichtig de gaskraan dicht en gebruik een volle gasfles.
2. Maak een zeepoplossing van 1 deel vloeibare zeep en 1 deel water.
3. Gebruik een borstel, doek of verstuiver en breng de zeepoplossing aan op alle
(slang)aansluitingen en het onderdeel waar een lek gedetecteerd is.
5.3 Een gasfles bewaren
• Draai voorzichtig de gaskraan dicht en verwijder de drukregelaar.
• Bewaar een gasfles buiten of in een goed geventileerde ruimte. Propaan mag worden
blootgesteld aan vorst. Butaan moet bewaard worden bij een omgevingstemperatuur
hoger dan 5 °C.
• Bewaar een gasfles nooit in een kelder of naast een kelderdeur. Gas is zwaarder dan
lucht en vloeit naar het laagste punt.
• Bewaar een gasfles nooit in de nabijheid van warmtebronnen,
ontvlambare producten en materialen.
• Bewaar een gasfles altijd rechtop en op een stabiel oppervlak.
• Houd een gasfles buiten het bereik van kinderen.
6. Reiniging en onderhoud
• Reinig het toestel af en toe met een vochtige doek. Gebruik geen bijtende
chemische producten, reinigingsmiddelen of sterke detergenten.
• Reinig het toestel en de toebehoren voor u het opbergt.
Opslag
• Zorg ervoor dat het toestel volledig is afgekoeld voordat u het opbergt.
• Bewaar het toestel, de toebehoren en deze handleiding in de oorspronkelijke
verpakking.
• Bewaar het toestel steeds in een koele en droge ruimte.
WAARSCHUWING
Test een gaslek nooit met een open vlam!
Blijft uit de buurt van vlammen en vuur.
Rook niet tijdens de test.
Draai de gaskraan dicht en controleer
op gaslekken bij het waarnemen van een
indringende gasgeur.
7. Technische specificaties
ontsteking
piëzo
diameter brander
6 cm
lengte
90 cm
meegeleverd:
• slang (5 m)
• drukregelaar (2.5 bar)
Gebruik dit toestel enkel met originele accessoires. Galico nv
is niet aansprakelijk voor schade of kwetsuren bij (verkeerd)
gebruik van dit toestel. Voor meer informatie over dit product en
de laatste versie van deze handleiding, zie www.practo.be.
De informatie in deze handleiding kan te allen tijde worden
gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
WAARSCHUWING
Raak de brander nooit aan na gebruik. Gevaar
voor brandwonden!
Laat de onkruidbrander volledig afkoelen
voordat u deze ontkoppelt en opbergt.