174
Gebruiksaanwijzing
DE
EN
FR
IT
ES
PT
NL
SV
FI
DA
NO
EL
CZ
HU
PL
HR
SR
SK
SL
ET
LT
LV
RO
BG
MK
de lader en de energiemanager automatisch
gekoppeld.
b
Lader is klaar voor gebruik.
e
Activeer op de lader de laadstatus van de
energiemanager. Druk daarvoor de
toets
LAADSTATUS
3 seconden in om de laadstatus te
veranderen. Herhaal dit proces zo nodig om naar
de gewenste laadstatus
te gaan.
De lader probeert automatisch verbinding te
maken met het PLC-netwerk.
– PLC-netwerk is bekend (Status 1):
U hoeft niets te doen. De lader maakt
automatisch verbinding met het PLC-netwerk.
– PLC-netwerk is onbekend (Status 2):
– Druk op de koppelingstoets op het PLC-
modem of op de energiemanager om
verbinding met de lader te maken.
Als de controlelamp
ENERGIEMANAGER
wit
knippert of pulseert, is de lader in het PLC-
netwerk opgenomen en is de verbinding gemaakt
(Status 3 of 4).
De lader probeert automatisch verbinding te
maken met de energiemanager.
f
Zie het hoofdstuk ’Lader met de
energiemanager verbinden’ op pagina 174.
Als er geen energiemanager is, mislukt de
verbinding met de energiemanager (Status 6).
– Houd de
toets
LAADSTATUS
3 seconden
ingedrukt om naar de gewenste laadstatus te
gaan (
50%
of
100%
).
f
Zie het hoofdstuk ’Webtoepassing van lader
openen’ op pagina 174.
f
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het PLC-
modem.
Lader met de energiemanager verbinden
Verbinding op de lader maken
Nadat de lader verbinding heeft gemaakt met het
PLC-netwerk, probeert hij in de open modus met de
energiemanager te verbinden.
b
Lader heeft een PLC-verbinding gemaakt.
b
Lader en energiemanager zitten op hetzelfde
PLC-netwerk.
– Energiemanager is bekend (Status 3):
U hoeft niets te doen. De lader maakt
automatisch verbinding met de energiemanager.
– Energiemanager is onbekend (Status 4):
– Voeg de lader als EEBus-apparaat toe in de
webtoepassing van de energiemanager.
Als de controlelamp
ENERGIEMANAGER
groen
brandt, is de energiemanager verbonden
(Status 5). De lader neemt de instellingen van de
energiemanager over (bijv. gegevens over
laadstroom, overlastbeveiliging en
geoptimaliseerd laden).
f
Het verbinding maken met de lader wordt
beschreven in het hoofdstuk ’EEBus-apparaat
toevoegen’ van de handleiding voor de
webtoepassing van de Porsche Home Energy
Manager.
f
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
energiemanager.
Verbinding maken in de webtoepassing van de lader
Als de lader in de privémodus zit, zult u een
onbekende energiemanager in de webtoepassing van
de lader (
Verbindingen
>
Energiemanager
) moeten
toevoegen.
f
Voor aanwijzingen bij de webtoepassing
raadpleegt u de handleiding onder https://
www.porsche.com/international/aboutporsche/
e-performance/help-and-contact/
Selecteer voor een andere taal de gewenste
landversie van de website.
Opnieuw met energiemanager verbinden
Hebt u als laadstatus de energiemanager
geactiveerd, dan probeert de lader automatisch
verbinding te maken met het laatst gebruikte PLC-
netwerk.
Webtoepassing
Webtoepassing van lader openen
b
Lader is met het PLC-netwerk verbonden.
e
Voer de hostnaam van de lader (
<Hostnaam>
of
<Hostnaam>/
) in op de adresbalk van de
browser. De hostnaam staat in de brief met
toegangsgegevens.
- of -
Voer het IP-adres van de lader in op de adresbalk
van de browser. Het IP-adres is bij de koppeling
van eindapparaat en lader toegekend door de
DHCP-server en zichtbaar onder de instellingen
van de router.
f
Zie het hoofdstuk ’Lader met een PLC-netwerk
verbinden’ op pagina 173.
f
Voor aanwijzingen bij de webtoepassing
raadpleegt u de handleiding onder https://
www.porsche.com/international/aboutporsche/
e-performance/help-and-contact/
Selecteer voor een andere taal de gewenste
landversie van de website.
f
Voor informatie over de hostnaam Zie het
hoofdstuk ’Toegangsgegevens’ op pagina 174.
Toegangsgegevens
Bij het apparaat zit een brief met toegangsgegevens
met alle vereiste informatie voor de lader en de
webtoepassing.