Aansluitingsschema
1
Speciale rode accukabel
RD-223 (apart verkrijgbaar)
Pas nadat u alle andere aansluitingen op de
versterker hebt voltooid, verbindt u het aan-
sluitpunt op de versterker met de positieve
(
+
) pool van de accu.
2
Aardkabel (zwart)
RD-223 (apart verkrijgbaar)
Sluit deze aan op een metalen gedeelte van de
carrosserie of het chassis.
3
Autoradio met RCA-uitgangen (apart verkrijg-
baar)
4
Externe uitgang
Als u maar één ingang gebruikt, mag u niets
anders aansluiten op RCA-ingang B.
5
Aansluitkabels met RCA-stekkers (apart ver-
krijgbaar)
6
RCA-uitgang
7
RCA-ingang A
8
RCA-ingang B
9
Versterker met RCA-ingangen (apart verkrijg-
baar)
a
Luidsprekeraansluitingen
Meer over het aansluiten van de luidsprekers
vindt u in het volgende gedeelte. Raadpleeg
Aansluitingen op de luidspreker
b
Zekering (25 A) × 2
c
Kabel systeemafstandsbediening (apart ver-
krijgbaar)
Verbind het mannelijke aansluitpunt van deze
kabel met het aansluitpunt voor de systeemaf-
standsbediening van de autoradio
(
SYSTEM REMOTE CONTROL
). Het vrouwelij-
ke aansluitpunt kan worden verbonden met
de bedieningsaansluiting van de automati-
sche antenne. Indien de autoradio niet is voor-
zien van een aansluitpunt voor de
systeemafstandsbediening, verbindt u het
mannelijke aansluitpunt via de contactscha-
kelaar met de voeding.
d
Zekering (30 A) × 2
e
Bevestigingsring
f
Achterzijde
g
Voorzijde
Opmerking
Schakelaar
INPUT SELECT
(ingangselectie) moet
worden ingesteld. Raadpleeg
Het toestel installe-
ren
op bladzijde 78 voor meer informatie.
Vóór u de versterker aansluit
WAARSCHUWING
!
Gebruik kabelklemmen of plakband om de be-
kabeling vast te leggen. Omwikkel de kabelge-
deelten die in contact komen met metalen
onderdelen met isolerende tape.
!
Snijd in geen geval de isolatie van de voe-
dingskabel open om zo andere apparatuur
van stroom te voorzien. De stroomcapaciteit
van de voedingskabel is beperkt.
De toestellen aansluiten
Nl
80
Hoofdstuk
03