Vóór u de versterker
installeert
WAARSCHUWING
!
Voor een correcte installatie moet u de gele-
verde onderdelen op de aangegeven wijze ge-
bruiken. Andere onderdelen dan de geleverde
kunnen het binnenwerk van de versterker be-
schadigen of los raken en de versterker alle
dienst doen weigeren.
!
Installeer het toestel niet:
—
op een plaats waar de bestuurder of passa-
giers erdoor verwond kunnen raken wan-
neer het voertuig plotseling moet worden
afgeremd.
—
op plaatsen waar het de bestuurder kan
hinderen, bijvoorbeeld op de vloer bij de
bestuurdersplaats.
!
Plaats schroeven zo dat de punt van de
schroef geen kabels raakt. Dit is belangrijk
omdat de kabel anders door voertuigtrillingen
door de schroef kan worden ingesneden, wat
brand kan veroorzaken.
!
Let erop dat de kabels niet vast kunnen
komen te zitten in de stoelrails en niet in aan-
raking kunnen komen met een lichaamsdeel
van de inzittenden van het voertuig. Dit kan
kortsluiting veroorzaken.
!
Let er bij het boren op dat zich aan de achter-
kant van het paneel geen onderdelen bevin-
den. Scherm alle kabels en vitale onderdelen
(bijvoorbeeld brandstof- en remleidingen, an-
dere bekabeling) eerst zorgvuldig af.
LET OP
!
Let tijdens de installatie op de volgende pun-
ten om te zorgen dat de versterker goed
warmte kan afgeven:
—
Laat voldoende ventilatieruimte vrij boven
de versterker.
—
Leg geen mat of ander materiaal over de
versterker.
!
De beveiligingsfunctie kan in werking treden
om de versterker te beschermen tegen over-
verhitting wanneer het toestel door zijn opstel-
ling of zware belasting enz. te warm wordt. In
zulke gevallen wordt versterker automatisch
uitgeschakeld tot deze voldoende afgekoeld is.
!
Trek de kabels niet door zones die warm wor-
den, bijvoorbeeld langs een verwarmingsroos-
ter. Door de warmte kan de isolatie worden
beschadigd, wat kan leiden tot kortsluiting
naar de carrosserie.
!
De optimale installatieplek verschilt van voer-
tuig tot voertuig. Plaats de versterker op een
plek die voldoende sterk en stijf is.
!
Maak eerst tijdelijke verbindingen en contro-
leer of de versterker en het audiosysteem goed
functioneren.
!
Controleer, nadat u de versterker hebt geïn-
stalleerd, of het reservewiel en het bijbeho-
rende gereedschap nog ongehinderd
bereikbaar zijn.
Voorbeeld van een installatie
op de vloermat of het chassis
1
Plaats de versterker op de gewenste in-
stallatieplaats.
Plaats de meegeleverde zelftappende schroe-
ven (4 mm × 18 mm) in de schroefgaten en
duw erop met een schroevendraaier zodat de
punt een afdruk laat op de plaats waar de
boorgaten moeten komen.
2
Boor op deze plaatsen een gat met een
diameter van 2,5 mm door de vloerbekle-
ding of rechtstreeks in het chassis.
Nl
69
Hoofdstuk
Nederlands
04
Installatie