VOOR GEBRUIK (BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN)
75
<DRB1372>
Du
Nederlands
Hoofduitvoer-bedieningsgedeelte
26. MASTER faderschuifregelaar
Voor het instellen van het volume van de hoofduitvoer.
(Instelbereik: –
∞
tot 0 dB)
De hoofduitvoer is een combinatie van het kanaal waarvan
de audio is ingesteld op [THRU] met de CROSS FADER
ASSIGN schakelaar, samen met de audio die via de kruis-
fader loopt en de audio van de hoofdmicrofoon (afhankelijk
van de functie, zal ook nog de RETURN invoer worden
toegevoegd).
27. MASTER BALANCE regelaar
Voor het instellen van de L/R kanaalbalans van de hoofd-
uitgang, cabinemonitor-uitgang, opname-uitgang en
digitale uitgang.
28. MASTER LEVEL indicators (L, R)
Deze geven de uitgangsniveaus van het L-kanaal en R-kanaal
aan. Ieder segment heeft een 2-seconden piekvasthoud-
functie.
29. MASTER ISOLATOR toets/indicator (ON)
Voor het in/uitschakelen van de hoofdisolatorfunctie.
De isolatorfunctie werkt voor de hoofduitgang 1,
hoofduitgang 2, cabinemonitor-uitgang, opname-uitgang
en digitale uitgang.
Brandt niet wanneer uitgeschakeld en brandt wanneer
ingeschakeld.
30. Regelaar voor het hogetonenbereik van de
MASTER ISOLATOR (HI)
Voor het instellen van de hoge tonen van het hoofduitgangs-
signaal.
(Instelbereik: –
∞
tot +6 dB)
31. Regelaar voor het middentonenbereik van de
MASTER ISOLATOR (MID)
Voor het instellen van de middentonen van het hoofduitgangs-
signaal.
(Instelbereik: –
∞
tot +6 dB)
32. Regelaar voor het lagetonenbereik van de
MASTER ISOLATOR (LOW)
Voor het instellen van de lagetonen van het hoofduitgangs-
signaal.
(Instelbereik: –
∞
tot +6 dB)
Cabinemonitor-bedieningsgedeelte
33. Regelaar voor het hogetonenbereik van de
BOOTH MONITOR equalizer (HI)
Voor het instellen van de hoge tonen van het cabinemonitor-
uitgangssignaal.
(Instelbereik: –6 dB tot +6 dB)
34. Regelaar voor het lagetonenbereik van de
BOOTH MONITOR equalizer (LOW)
Voor het instellen van de lage tonen van het cabinemonitor-
uitgangssignaal.
(Instelbereik: –6dB tot +6 dB)
35. BOOTH MONITOR LEVEL niveauregelaar
Voor het instellen van het volume van de cabinemonitor-
uitgang.
Deze instelling is onafhankelijk van de instelling van de
hoofdfader.
(Instelbereik: –
∞
tot 0 dB)
Hoofdtelefoon-uitgangsgedeelte
36. Hoofdtelefoonuitgang-keuzeschakelaar
(HEADPHONES — MONO SPLIT/STEREO)
MONO SPLIT:
De geluidsbron die gekozen is met de hoofdtelefoon CUE
toets wordt uitgevoerd via het linker kanaal en het
hoofdgeluid wordt uitgevoerd via het rechter kanaal (alleen
wanneer MASTER gekozen is met de hoofdtelefoon CUE
toets).
STEREO:
Het gekozen geluid wordt in stereo uitgevoerd.
37. Hoofdtelefoon MIXING regelaar (HEADPHONES
MIXING)
Als de regelaar naar rechts (MASTER richting) wordt gedraaid,
zal het hoofdgeluid worden uitgevoerd (alleen wanneer
MASTER is gekozen met de hoofdtelefoon CUE toets); als de
regelaar naar links (CUE richting) wordt gedraaid, zal het
uitgevoerde geluid een menging zijn van het geluid van het
kanaal dat gekozen is met de hoofdtelefoon CUE toets en het
geluid dat van de externe effector (RETURN) komt.
38. Hoofdtelefoon LEVEL niveauregelaar
(HEADPHONES LEVEL)
Voor het instellen van het uitgangsvolume van de hoofd-
telefoon-aansluiting.
(Instelbereik: –
∞
tot 0 dB)
39. Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES)
SEND/RETURN gedeelte
40. SEND/RETURN typekeuzeschakelaars
Voor het omschakelen tussen de zendtrap (SEND) en de
invoertrap (RETURN) voor de signalen bij aansluiting op
een externe effector (blz. 78).
[Vóór-invoer type]
[Na-invoer type]
Ingang
EQ
CH
FADER
CROSS
FADER
MASTER
FADER
SEND
RETURN
S/R ON
S/R LEVEL
Uitgang
EQ
CH
FADER
CROSS
FADER
MASTER
FADER
SEND
RETURN
S/R ON
S/R LEVEL
Ingang
Uitgang