Storingen
Algemeen
Symptoom
Oorzaak
Maatregel (Zie)
Geen voeding.
Het toestel werkt niet.
Kabels en stekkers zijn verkeerd
aangesloten.
Controleer of alle aansluitingen goed zitten.
De zekering is gesprongen.
Verhelp de reden dat de zekering sprong en
vervang dan de zekering. Zorg dat u de juiste
zekering met dezelfde waarde gebruikt.
Door geluid en andere factoren
werkt de ingebouwde microproces-
sor niet goed.
Druk op
RESET
Er is geen beeld.
De kabel van de handrem is niet
aangesloten.
Sluit de kabel van de handrem aan en trek de
handrem aan.
De handrem is niet ingeschakeld.
Sluit de kabel van de handrem aan en trek de
handrem aan.
Er worden delen van het geluid
en beeld overgeslagen.
Het toestel is niet stevig bevestigd.
Zet het toestel stevig vast.
Als u de contactschakelaar op
ON zet (of ACC), hoort u de
motor.
Het toestel controleert of er een disc
in het toestel zit.
Dit is normaal.
Er wordt niets weergegeven.
De toetsen van het aanraakpa-
neel kunnen niet worden ge-
bruikt.
De achteruitrijcamera is niet aange-
sloten.
B. CAMERA
is een onjuiste instel-
ling.
Sluit een achteruitrijcamera aan.
Druk op
V.ADJ
om terug te gaan naar het dis-
play van de signaalbron en selecteer daarna
de juiste instelling voor
B. CAMERA
. (Blad-
Aanvullende informatie
Nl
116
Aanhangsel