43
x
De
inspanningsmoer mag zonder de ingezet
freesmachine niet tot het einde op de as toe
geschroefd worden.
Gevaar van de hulsschade.
Laat tijdens de demontage met een keer wending ten
eerste de inspanningsmoer
los, dan gaat door met de
afwikkeling voor zo lang, dat u de freesmachine totaal
vrijlaat.
Uitwisseling van de inspanningshuls
De huls is op de inspanningsmoer
bevestigd.
Wanneer ze gewisseld wordt, moet u ze van de moer
met een kleinere schroevendraaier uittrekken, die tussen
de moer en de huls gezet wordt
.
De nieuwe huls wordt zo ingezet, dat ze sterk in de
inspanningshuls gedrukt wordt (klik).
De waarschuwing. De huls moet zo in de moer
ingezet worden, dat de moer en de huls op de
voorkant bondig zijn.
Fixeren van de freestafel
De freestafel wordt op de gewenste hoogte met de
hendel
fixeert. De ingebouwde telescopische vering
brengt na de loslating van de hendel de freesmachine
terug in de beginpositie.
Grove instelling van de freesdiepte
De
instelling
moet bij de uitgeschakelde
machine gebeuren.
De freesdiepte moet u met de schroeven op de
revolveraanzet
instellen, samen met de beperkingspin
met de dieptenaald
. Drie schroeven op de
revolveraanzet
maken
de voorinstelling van drie
freesdieptes mogelijk. De diameter is 50 mm.
Zet de freesmachine op het te bewerken voorwerp.
Laat de hendel
los en duw het gereedschap
langzaam naar beneden. Zodra de freesmachine de
oppervlakte aanraakt, trek de hendel vast
.
Draai de revolveraanzet
in de meest geschikte
freesdiepte.
Schroef de vleugelschroef
af en laat zo de beweging
van de beperkingspin
los.
Druk de beperkingspin
naar beneden, zodat het op
de schroef op de revolveraanzet zit.
Stel de dieptenaald
op 0.
Duw de beperkingspin
naar boven. Zodra u op de
schaal
de gewenste freesdiepte bereikt, schroeft de
vleugelschroef
vast.
Laat de hendel
los, met een extra druk duw de
freesmachine in de nieuwe vooringestelde positie totdat
de beperkingspin
vastzit op de schroef en schroef de
hendel
opnieuw toe.
De grove instelling van de freesdiepte moet u met de
praktische test controleren en een geschikte correctie
doornemen.
Fijne instelling van de freesdiepte
De
instelling moet u met de machine
doornemen, die uitgeschakeld uit het netwerk
staat.
Neem de fijne instelling van de freesdiepte door naar
behoefte. Na de grove instelling kunt u met het draaien
van de knop van de beperkingspin de gewenste diepte
op 0,1 mm precies instellen. (1 lijn = 0,1 mm).
Laat ten eerste de hendel los
. Terwijl u de machine
naar beneden drukt, drukt de bovenknop van de
beperkingspin in de richting
, zodat de sleutel in
de schroef in de revolveraanzet zit
. Breng de
beneden knop met die van boven in overeenkomst, dan
draait de knop in de richting
voor de gewenste
waarde. Trek opnieuw de hendel vast
.
Fijne instelling bij de inspanning van de
freesmachine in de tafel
Stuit de beperkingspin
op de schroef van de
revolveraanzet met de spoel en de veer.
Draait de schroefspoel
vast op de beperkingspin
.
Hierbij moet u opletten, dat u de schroevendraaier, die
binnen de beperkingspin zit, in de gleuf van de schroef
onder de moer
opvangen. Met het drukken op de
deksel van de machine wordt de ongeveer freesdiepte
ingesteld, dan schroeft de schroef
toe. Fijne instelling
van de diepte kunt u doornemen met het draaien van de
bovenhendel in de richting
.
De stiptheid van de instelling kunt u met de praktische
test controleren en de geschikte correctie doornemen.
Het gebruik van de zijleiding
Bevestig de zijleiding
zo, dat u de leidingstokken in
het gat in de voetplaat inzetten
en hun op de
gewenste
distantie toeschroeven met de
vleugelschroeven
.
Voor een precies instelling van de distantie gebruikt de
knop
,
en namelijk zo, dat u nog de vleugelschroeven
fixeert
en de vleugelschroeven van de zijleiding
loslaat
. Met het draaien van de knop
beweegt u
met de freesmachine ver van of naast de leiding. Bij
ieder volle omdraai van de moer verandert de distantie
voor 1,25 mm. Na de instelling worden ook de schroeven
toe geschroefd
.
HET WERKEN MET FREESMACHINE
Controleer of het voltage, dat vermeld staat op
het typeplaatje van de machine, overeenkomt
met de netspanning.
Aan / uitschakelen
Aanschakelen: drukt de knop van de openingsblokkering
, daarna drukt de knop van de schakelaar
.
Permanent werken: bij de ingeschakelde schakelaar
arresteer de schakelaar met de volgende druk op de
knop
. Laat de knop
los en daarna nog de knop
van de schakelaar
tot het einde, dan laat de knop van
de schakelaar los
, daarna nog de knop
.
Uitschakelen: drukt opnieuw op de knop van de
schakelaar
en het gereedschap schakelt uit.
Instelling van het toerental (type OF9E)
Met de instelknop
is en instelling van het toerental
van 6000 tot 27000 min
-1
mogelijk.
Regulatieelektronica