EVM890N
PEREL
18
Wisselstromen meten
1)
Het zwarte meetsnoer (-) wordt met de COM-aansluiting verbonden, het rode meetsnoer (+)
komt aan de mA aansluiting voor stromen tot 200mA. Voor stromen tot 20A (gedurende max. 15
sec.) dient de 10A-aansluiting gebruikt te worden.
2)
Stel het gewenste meetbereik in d.m.v. de functieschakelaar (A
∼
).
3)
Verbind de meetsnoeren IN SERIE met de belasting waarvan U de opgenomen stroom wil
meten.
4)
De stroom kan afgelezen worden op de display.
Opmerking: Indien de te meten wisselstroom vooraf niet gekend is, stelt U de functieschakelaar in
op het grootste bereik
Weerstanden meten
1)
Het zwarte meetsnoer (-) wordt met de COM-aansluiting verbonden, het rode meetsnoer (+)
komt aan de V/
Ω
/f aansluiting.
2)
Zet de functieschakelaar in stand
Ω
en verbind de meetsnoeren met het circuit.
Opmerkingen:
1)
Bij weerstanden groter dan 1M
Ω
kan het enkele seconden duren alvorens de meter een stabiele
uitlezing weergeeft. Dit is normaal.
2)
Wanneer geen weerstand verbonden wordt met de meetsnoeren (open circuit) zal de meter de
boodschap " 1 . " op de display plaatsen.
3)
Zorg ervoor dat bij weerstandsmetingen geen spanning meer op de schakeling staat en dat alle
condensatoren volledig ontladen zijn.
Capaciteitsmetingen
1)
Zet de condensator in de testklemmen, links naast de capaciteitsbereiken (niet in de
ingangsbussen) en stel het bereik in (CX).
Opmerkingen:
1)
Plaats geen externe spanningen op de testklemmen. Condensatoren moeten eerst ontladen
worden vooraleer ze te testen.
2)
Wilt U individuele condensatoren testen, dan steekt U de uiteinden in de 2 ingangsbussen (links
van het bereik), met de "+"-klem bovenaan en de "-"-klem onderaan.
3)
Wanneer U gepolariseerde condensatoren test, bijvoorbeeld tantalium condensatoren, moet U
bijzondere aandacht geven aan de polariteit. Dit om de condensator te beveiligen.
4)
Eenheden : 1pF = 10
-6
µF 1nF = 10
-3
µF.
Diodetest & Continuïteitsmeting
1)
Het zwarte meetsnoer wordt met de COM-ingang verbonden, het rode meetsnoer komt aan de
V/
Ω
/f aansluiting.
2)
Stel de functieschakelaar in de stand
/
en verbind de testpennen over de te meten diode. Op
de display verschijnt de gemiddelde voorwaartse spanning over de diode.
3)
Bij continuïteitsmetingen zal de ingebouwde zoemer een signaal geven wanneer de weerstand
tussen de meetsnoeren kleiner is dan 30
Ω
.
Transistortest hFE
1)
Stel de functieschakelaar in de stand "hFE"
2)
Controleer welk type transistor het betreft (NPN of PNP)
3)
Lokaliseer de basis, emitter en collector.
4)
Steek de aansluitingen van de transistor in de overeenkomstige gaatjes van het transistorvoetje.
5)
Op de display kan de gemiddelde versterkingsfactor hFE afgelezen worden. (Testomstandigheden
: basisstroom: 10µA, Vce: 2.8V)