NL
29
5. Vóór ingebruikname
Controleer of de gegevens vermeld op het kenplaatje
overeenkomen met de gegevens van het stroomnet
alvorens het gereedschap aan te sluiten.
5.1 Extra handgreep monteren (fig. 2)
De haakse slijper mag niet zonder extra
handgreep (5) worden gebruikt.
De extra handgreep kan op de 2 posities (A, B)
worden ingedraaid.
5.2 Afstellen en verwisselen van de
beschermkap (fig. 3)
Netstekker uit het stopcontact verwijderen!
Schakel het gereedschap uit. Verwijder de
netstekker uit het stopcontact!
Stel de inrichting (6) ter bescherming van uw
handen af zodat het de slijpen goed weg van uw
lichaam wordt geleid.
De positie van de bescherminrichting (6) kan
telkens aan de werkomstandigheden worden
aangepast: Druk op de klemhefboom (a) et draai
de afdekking (6) naar de gewenste positie (6).
Zorg ervoor dat de bescherminrichting (6) het
tandwielhuis correct afdekt.
Maak de klemhefboom (a) terug vast.
Vergewis u er zich van dat de bescherminrichting
(6) goed vast zit.
Om de beschermkap weg te nemen zet u de
klemhefboom (a) open en draait u de
beschermkap ver genoeg zodat u die kan
wegnemen.
Om de beschermkap aan te brengen gaat u in
omgekeerde volgorde als bij het wegnemen van
de beschermkap te werk.
Vergewis u er zich van dat de beschermkap
goed vast zit.
Gebruik de haakse slijper niet zonder
bescherminrichting.
5.3 PROEFDRAAIEN VAN NIEUWE
SLIJPSCHIJVEN
De haakse slijper met gemonteerde slijp- of snijschijf
minstens 1 minuut vrij laten lopen. Vibrerende
schijven onmiddellijk vervangen.
6. Bediening
6.1 Schakelaar (fig. 4)
Inschakelen:
Grendelknop (4) naar achteren schuiven en
tegelijkertijd de AAN/UIT-schakelaar (3) indrukken.
Uitschakelen:
Grendelknop en AAN/UIT-schakelaar loslaten.
Wacht tot het gereedschap zijn maximaal
toerental heeft bereikt. Daarna kunt u de haakse
slijper op het werkstuk aanzetten en bewerken.
6.2. Verwisselen van slijpschijven (fig. 5)
Voor het verwisselen van slijpschijven hebt u de
bijgaande haaksleutel (7) nodig.
Netstekker uit het stopcontact trekken.
Eenvoudige verwisseling van schijf door
spilvergrendeling.
De spilvergrendeling indrukken en de slijpschijf
vergrendelen.
De flensmoer met behulp van de voorgatsleutel
open draaien.
(fig. 5)
Verwissel van slijp- of snijschijf en draai dan de
flensmoer met de voorgatsleutel weer vast.
Let op!
De spilvergrendeling slechts bij stilstaande
motor en slijpspil drukken!
De spilvergrendeling moet U bij het verwisselen
van schijf blijven drukken.
Bij slijp- of snijschijven tot ongeveer 3 mm dikte de
flensmoer met de vlakke kant naar de slijp- of
snijschijf vastschroeven.
6.3 Plaatsing van de flensen bij gebruik van
slijpschijfen en snijschijven (afb. 6-9)
Plaatsing van de flensen bij gebruik van een
gebogen of rechte slijpschijf (afb. 7)
a) Spanflens
b) Flensmoer
Plaatsing van de flensen bij gebruik van een
gebogen snijschijf (afb. 8)
a) Spanflens
b) Flensmoer
Plaatsing van de flensen bij gebruik van een
rechte snijschijf (afb. 9)
a) Spanflens
b) Flensmoer
6.4 MOTOR
De motor moet tijdens de bewerking goed verlucht
worden. Daarom moeten de verluchtingsopeningen
altijd schoon gehouden worden.
Kant van het
gereedschap
Geschikt voor
Links (pos. A)
Rechtshandigen
Rechts (pos. B)
Linkshandigen
Anleitung_E_WS_1000_SPK7:_ 13.10.2010 9:53 Uhr Seite 29