- 66 -
NL
-Gebruik van accu's die afkoelen tot onder
het vriespunt, zoals in koude noordelijke
gebieden, kan resulteren in afwijkende
werking van de machine. Leg in dergelijke
omstandigheden de accu minimaal één uur
lang op een plek waar het minimaal 10 °C is
voordat u de accu gaat gebruiken; en
gebruik de machine uitsluitend wanneer de
accu is opgewarmd.
Li-ion accu
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
[Acculader]
Opladen
OPGELET:
1) Als de temperatuur van de accu lager
wordt dan ongeveer −10°C, zal het
opladen automatisch stoppen om een
verslechtering van de toestand van de
accu te voorkomen.
2) De optimale omgevingstemperatuur is
tussen 0°C (32°F) en 40°C (104°F).
Als de accu wordt gebruikt terwijl de
temperatuur van de accu lager is dan 0°C
(32°F), kan het voorkomen dat het elek-
trisch gereedschap niet goed functioneert.
3) Gebruik de lader bij een temperatuur
tussen de 0°C en de 40°C en laad de
accu op bij een temperatuur die vergelijk-
baar is met de temperatuur van de accu
zelf. (Er mag niet meer dan 15°C verschil
zijn tussen de temperatuur van de accu en
de temperatuur van de oplaadlocatie.)
4) Laat een koude accu (kouder dan 0°C
(32°F)), voordat deze wordt opgeladen in
een warme omgeving, eerst minimal een
uur in deze ruimte liggen om op tempera-
tuur te komen.
5) Laat de lader afkoelen wanneer u meer
dan twee accu’s na elkaar oplaadt.
6) Steek uw vingers niet in de contactope-
ning wanneer u de lader vastpakt.
7) Om brandgevaar en beschadiging van de
acculader te voorkomen.
•Voorkom dat de ventilatiegaten van de
lader en de accu worden bedekt.
•Maak de acculader los wanneer deze niet
wordt gebruikt.
8) Berg de oplader op bij een temperatuur
van tussen de 0 en 40 °C. Laad de accu
op bij een temperatuur die dicht bij de
opbergtemperatuur ligt.
•Als de accu wordt opgeladen bij een
temperatuur onder de 0 °C, resulteert een
volledige oplaadbeurt maar in ongeveer
50% van een normale oplaadbeurt. Begin
met opladen na 1 uur of meer en bij de
voorgeschreven temperatuur.
9) Laad niet op in een slecht geventileerde
ruimte.
10) Dek de accu of oplader niet af met een
doek of iets dergelijks terwijl deze wordt
opgeladen.
OPMERKING:
De accu is niet volledig opgeladen wanneer
u deze koopt. Laad de accu daarom voor
gebruik op.
Hoe opladen
1. Steek de lader in een stopcontact.
OPMERKING:
Wanneer de stekker in het stopcontact
wordt gestoken, kunnen er vonken
ontstaan, maar dit is niet gevaarlijk.
2. Plaats de accu stevig in de lader.
1 Zet de uitlijntekens tegenover elkaar en
plaats de accu in de acculader.
OPMERKING:
Op niet alle accu’s wordt het uitlijningsteken
(Q) weergegeven (op pagina 2).
2 Schuif de accu in de richting van de pijl
naar voren. [Fig.7 ]
3. De laadindicator licht op tijdens het laden.
Wanneer de accu is geladen, wordt automa-
tisch een interne elektronische schakeling
geactiveerd die voorkomt dat de accu wordt
overladen.