- 79 -
• Kijk bij het laden van de accu of de
aansluitingen op de acculader vrij zijn
van vreemde bestanddelen zoals stof
en water, enz. Reinig de aansluitingen
als u vreemde bestanddelen op de
aansluitingen aantreft. De levensduur van
de accu-aansluitingen kan tijdens gebruik
nadelig beïnvloed worden door vreemde
bestanddelen zoals stof en water, enz.
OPGELET
Let bij het gebruik van het gereedschap
op deze wijze op het volgende om de
motor en de accu te beschermen.
• Als de accu te warm wordt, wordt de
beveiligingsfunctie geactiveerd en
stopt de werking van de accu. Het
oververhitting-waarschuwingslampje op
het bedieningspaneel brandt of knippert
wanneer deze functie actief is.
Voor een veilig gebruik
• Het aanbrengen van de accu moet om
veiligheidsredenen in twee stappen
worden uitgevoerd. Zorg dat de accu
vóór gebruik goed op het gereedschap is
bevestigd.
• Als de accu niet goed is bevestigd
wanneer de schakelaar wordt
aangezet, gaan het oververhitting
waarschuwingslampje en het laag
accuniveau waarschuwingslampje
knipperen om aan te geven dat veilig
gebruik niet mogelijk is en zal de
hoofdeenheid niet normaal draaien.
Plaats de accu in de hoofdeenheid van
het gereedschap totdat het rode of gele
label verdwijnt.
[Acculader]
Opladen
LET OP
• De lader is ontworpen voor gebruik
met standaard elektrische stroom,
zoals vermeld op het typeplaatje.
Laad alleen bij de spanning
aangeduid op het typeplaatje van het
apparaat, bijv. 230 V/50 Hz.
• Probeer het apparaat niet bij een
andere spanning of frequentiewaarde
te gebruiken.
• Het omgevingstemperatuurbereik ligt
tussen 0°C (32°F) en 40°C (104°F).
• Als de accu wordt gebruikt terwijl de
accutemperatuur lager is dan 0°C (32°F)
kan het gereedschap mogelijk niet goed
functioneren.
• Als de temperatuur van de accu
daalt naar ongeveer onder 0°C (32°F)
zal opladen automatische stoppen
om verslechtering van de accu te
voorkomen.
• Gebruik de lader bij temperaturen tussen
0°C en 40°C en laad de accu op bij een
temperatuur gelijk aan die van de batterij
zelf. (Er mag niet meer dan een verschil
van 15°C zijn tussen de temperaturen
van de accu en de oplaadlocatie).
• Bi het laden van een koude accu
(lager dan 0 °C (32 °F)) op een warme
plaats, laat u de accu op zijn plaats
liggen en wacht langer dan een uur
om de accu op te warmen tot het
niveau van de omgevingstempera-
tuur.
• Laat de lader afkoelen wanneer u
meer dan twee accu’s na elkaar
oplaadt.
• Steek uw vingers niet in de
contactopening wanneer u de lader
vastpakt.
• Om brandgevaar en beschadiging
van de acculader te voorkomen.
1. Gebruik geen stroom van een
motorgenerator.
2. Maak de acculader los wanneer
deze niet wordt gebruikt.
OPMERKING:
De accu is niet volledig opgeladen
wanneer u deze koopt. Laad de accu
daarom voor gebruik op.
Hoe opladen
1. Steek de lader in een stopcontact.
05̲Dut̲EY46A2(EU).indd 12
2014/07/02 13:07:47