33
nB
Controles
Controlekenmerken selecteren
Selecteer voordat de bankbiljetten erin worden ge
legd, welke sensoren actief moeten zijn om de over
eenkomstige kenmerken (UV, MG, MT, IR) te contro
leren.
Æ
Druk op de toets
CF
[13].
Ê
Het bankbiljetten-telapparaat schakelt over naar
selectiemodus voor controlekenmerken, zoals hieron
der beschreven.
Numerieke invoer via de numerieke toetsen is in deze
modus niet mogelijk.
Druk nogmaals op de toets
CF
[13] om de selec
tie van controlekenmerken te beëindigen en
weer naar numerieke invoer terug te keren.
Detecteren van de UV-kenmerken op de bankbil
jetten:
Æ
Druk op de toets
UV
[15].
Ê
De ultraviolette sensor voor het detecteren van
UV-kenmerken wordt geactiveerd/gedeactiveerd. Op
het combi-display wordt
UV
[36] weergegeven.
Detecteren van de magnetische kenmerken op de
bankbiljetten:
Æ
Druk op de toets
MG
[14].
Ê
De magnetische sensor voor het detecteren van
magnetische kenmerken wordt geactiveerd/gedeacti
veerd. Op het combi-display wordt
MG
[35] weerge
geven.
Detecteren van de geavanceerde magnetische
kenmerken op de bankbiljetten:
Æ
Druk op de toets
MT
[23].
Ê
De magnetische sensor voor geavanceerde detec
tie van magnetische kenmerken wordt geactiveerd/
gedeactiveerd. Op het display wordt
MT
[32] weerge
geven.
Detecteren van de bankbiljetbreedte:
Æ
Druk op de toets
DD
[20].
Ê
De breedtesensor voor het detecteren van de
breedte van het bankbiljet wordt geactiveerd/gedeac
tiveerd. Op het display wordt
DD
[33] weergegeven.
Detecteren van dubbele bankbiljetten:
De infraroodsensor moet bij de controles altijd
actief zijn.
Æ
Druk op de toets
IR
[16].
Ê
De infraroodsensor voor het detecteren van
dubbele bankbiljetten wordt geactiveerd/gedeacti
veerd. Op het display wordt
IR
[34] weergegeven.
Bankbiljetten voorbereiden
De beste resultaten worden na een opwarmings
fase van 3 minuten bereikt.
Sterk omgevingslicht kan de sensor beïnvloeden en
leiden tot foutieve resultaten.
Let op de volgende punten om storingen te voor
komen.
C
D
A
B
Æ
Controleer de bundel bankbiljetten voordat deze
erin wordt gelegd op papiersnippers, paperclips,
elastiekjes en andere vreemde voorwerpen en ver
wijder ze (afbeelding A).
Æ
Leg geen beschadigde bankbiljetten erin (afbeel
ding B).
Æ
Strijk gebogen en gevouwen bankbiljetten glad,
voordat u ze erin legt (afbeelding C/D).
Æ
Plaats geen aan elkaar klevende bankbiljetten in
het bankbiljetten-telapparaat.
Æ
Waaier de bankbiljetten los om ze van elkaar los te
maken.
Содержание 947730700
Страница 67: ......