26
NL
27
10
11
12
13
14
15
b
a
c
1.
2.
Monteer de achterste
afscherming met de
greep in de richting van
de motorunit; gebruik
hiervoor de 4 schroeven.
Verwijder de rubberen
afdekking en draai de
motoras zodat de groef
bovenaan ligt.
Bevestig de voorste
afscherming op de
achterste afscherming;
zorg ervoor dat beide
schroefopeningen
samenvallen.
Steek de stekker in het
stopcontact. Trek de
stekker uit het stopcontact
wanneer u het apparaat
voor een langere periode
niet gebruikt.
Monteer de schroef en
de moer om beide
afschermingen vast te
zetten. Sluit de clips.
Om de ventilator in te
schakelen kiest u
snelheid I, II of III. Om de
ventilator uit te schakelen
zet u de knop op 0.
Om de hoek in te stellen
moet u de schroeven
losdraaien. Na het instellen
moet u de schroeven
opnieuw vastzetten.
Druk de koppelingsknop
in om de zwenkfunctie
te activeren. Trek de
knop uit voor normale
werking.
Monteer de ventilator-
bladen op de motoras,
lijn de schroef uit met
de groef en zet vast.