130
NL
2. U kunt wisselen tussen de liedjes door de
toets
Slaapliedjes aan/uit
langer
ingedrukt te houden. Dan wordt
automatisch het volgende liedje
afgespeeld.
Het gekozen slaapliedje wordt circa 20
minuten doorlopend afgespeeld en wordt
daarna automatisch weer uitgeschakeld.
5.4 Nachtlampje
Het zachte nachtlampje van de baby-
eenheid zorgt ervoor dat de baby zich beter
kan oriënteren in het donker en helpt om de
baby te kalmeren.
• Om het nachtlampje in of uit te
schakelen, drukt u kort op de toets
Nachtlampje aan/uit
Aanwijzingen:
– Als de toets
Nachtlampje aan/uit
langer ingedrukt wordt gehouden,
wordt de paging-functie geactiveerd
(zie „Oproepfunctie van de
oudereenheid“ op pagina 130).
– Het nachtlampje kan ook op de
oudereenheid
geactiveerd worden
(zie „Nachtlampje“ op pagina 135).
5.5 Oproepfunctie van de
oudereenheid
Als u de oudereenheid ergens hebt
neergelegd en niet meer terug kunt vinden,
is er de functie Oudereenheid zoeken:
"Paging".
1. Om de functie te activeren, houdt u de
toets
Nachtlampje aan/uit
langer
ingedrukt.
Er klinkt een pieptoon op de baby-
eenheid zodra de functie geactiveerd is.
Dan pas begint ook de oudereenheid
continu pieptonen af te geven, zodat u nu
de oudereenheid kunt lokaliseren.
Aanwijzingen:
– De pieptonen van de oudereenheid
klinken in het volume dat is ingesteld
(zie „6.5
pagina 132). Als het volume op de
laagste stand is ingesteld, klinken ook
de pieptonen zacht.
– In de mute-schakeling geeft de
oudereenheid geen pieptonen af, dit
wordt via de baby-eenheid echter door
een dubbele pieptoon aangegeven:
1 pieptoon: de zoekfunctie is
geactiveerd
2 pieptonen: de zoekfunctie kan niet
worden geactiveerd omdat er
momenteel geen verbinding met de
oudereenheid is. De oudereenheid is
uitgeschakeld, bevindt zich buiten de
reikwijdte of is mute geschakeld.
2. Om de functie weer uit te schakelen,
houdt u de toets
Nachtlampje aan/uit
opnieuw langer ingedrukt of u drukt op
een willekeurige toets op de gevonden
oudereenheid.
6. Bedienen van de oudereenheid
6.1 Oudereenheid in- en
uitschakelen
in- of uit te
schakelen, houdt u de Aan/Uit-toets
ingedrukt:
– zodra u een geluidssignaal hoort en de
Power-LED 20
brandt, is de
oudereenheid ingeschakeld;
– zodra u een geluidssignaal hoort en de
Power-LED 20
uitgaat, is de
oudereenheid uitgeschakeld.
6.2 Indicatie leds
op de
oudereenheid
geeft de
verbindingsstatus naar de baby-
eenheid
aan: