![Nibe UKV 100 Скачать руководство пользователя страница 30](http://html1.mh-extra.com/html/nibe/ukv-100/ukv-100_users-and-installers-manual_1685932030.webp)
INSTALLATIE
Alle aansluitingen (inclusief aansluitingen of openingen
die niet worden gebruikt) moeten geïsoleerd worden
om het energieverlies tot een minimum te beperken.
KOPPELINGEN
Voorzichtig!
Dit zijn schematische weergaven. Daadwerke-
lijke installaties moeten worden gepland con-
form toepasselijke standaarden.
Volumeverhoging en vermindering van
warmtepieken
Er wordt een UKV 100 geïnstalleerd als volumeverhoger
in die gevallen waarin het systeemvolume in het afgifte-
systeem lager is dan het minimaal aanbevolen volume
voor de warmtepomp.
Volume- en debietverhoger en reductie in
warmtepieken
Er wordt een UKV 100 geïnstalleerd als volume- en de-
bietverhoger in die gevallen waarin het systeemvolume
in het afgiftesysteem lager is dan het minimaal aanbe-
volen volume voor de warmtepomp en/of het debiet
wordt beperkt zonder controle.
Volumeverhoging en vermindering van
warmtepieken
Er wordt een UKV 100 geïnstalleerd als volumeverhoger
in die gevallen waarin het systeemvolume in het afgifte-
systeem lager is dan het minimaal aanbevolen volume
voor de warmtepomp.
LEIDINGEN INSTALLEREN
Leidingen moeten volgens de geldende normen en
richtlijnen worden aangesloten.
De aftapklep wordt geïnstalleerd op de retourleiding van
het verwarmingssysteem (XL2).
Het systeem waar de UKV 100 is geïnstalleerd, moet
worden voorzien van een overstortventiel van max. 6
bar (0,6 MPa).
De overstortleiding moet dezelfde diameter hebben als
de overstortventielen. Fixeer de overstortleiding vanaf
het overstortventiel over de gehele lengte schuin omlaag
en zorg ervoor dat deze vorstbestendig is en goed wordt
ondersteund. De uitstroomopening van de overstortlei-
ding moet zichtbaar zijn en mag niet te dicht bij elektri-
sche componenten worden geplaatst.
Zorg ervoor dat ingaand water schoon is.
Neem bij onzekerheid contact op met uw installateur of
bekijk de geldende standaarden.
VULLEN
Vul het buffervat als volgt:
1.
Ontlucht het buffervat door de aansluiting (XL1) los
te nemen aan de bovenkant van het buffervat.
2.
Vul het vat via de aftapklep.
3.
Wanneer er uitsluitend water uit de aansluiting (XL1)
komt (eerst is er sprake van een mix van lucht en
water), kan de aansluiting worden gesloten en is het
buffervat gevuld
UKV 100 | NL
30