background image

KOMPAS

Réf. 52017920

GEOGRAFISCH NOORDEN (KAART), MAGNETISCH NOORDEN EN DECLINATIE

OM DE RICHTING VAN EEN OBJECT TE BLIJVEN VOLGEN

OM DE BESTEMMING OP DE KAART TE BEREIKEN

JE POSITIE OP DE KAART BEPALEN

Wij gebruiken de woorden “noorden”, “zuiden”, e.d. zomaar, zonder erbij stil te 

staan dat er twee soorten noorden zijn, namelijk het geografische noorden en het 

magnetische noorden.
Het geografische noorden ligt geografisch vast en is overal ter wereld hetzelfde. 

De lengtecirkels op een kaart zijn getekend op basis van de geografische polen 

en de lijnen geven de richting van het geografische noorden aan. De richting van 

deze lijnen verschilt van de richting waarin de magnetische naald wijst. Op een 

gewone kaart stelt de bovenkant het geografische noorden voor en de onderkant 

het geografische zuiden. Op dezelfde manier stellen de rechter- en linkerkant van 

de kaart dus het oosten en het westen voor. 
De magnetische polen liggen dicht bij de geografische polen, 

maar ze vallen niet samen. De hoek gevormd door de rechte 

lijnen die van de waarnemingsplaats naar de geografische 

noordpool en naar de magnetische noordpool wijzen, wordt 

declinatie genoemd, afbeelding 1.
De declinatie varieert afhankelijk van de positie op de wereldbol. 

De lijnen van de declinatie zijn zeer onregelmatig. De topografi-

sche kaarten van elke locatie geven echter de plaatselijke decli-

natie.
Als je het hebt over een richting van zoveel graden, moet je de 

plaatselijke declinatie, gebaseerd op je positie ten opzichte van de 

nul-declinatielijn, ervan aftrekken of erbij optellen om de juiste 

geografische hoek van de richting te berekenen. Om de geogra-

fische positie te krijgen, kijk je naar de kompaspeiling en als de 

plaatselijke declinatie in het westen ligt, trek je de declinatie af 

van de kompaspeiling; als de declinatie in het oosten is, moet je 

deze bij de kompaspeiling optellen. Het is aan te raden om de 

kompaspeiling te gebruiken wanneer je het magnetische noor-

den op 0° hebt staan.

Om op een bepaald punt op de kaart te komen, hoef je alleen maar je positie, de 

richting van de locatie en het magnetische noorden te bepalen.
1.  Vouw eerst de kaart open en teken de richtingslijnen 

van het magnetische noorden volgens de op de kaart 

aangegeven declinatie. Volg deze lijnen met behulp 

van de zijkanten van het kompas. Als bijv. de declinatie 

van de plaats 5° in het westen is, trek dan 5° af van 360° 

en breng de schaal op 355° tegenover de markeerlijn. 

Plaats de pijlen op het kompashuis evenwijdig aan de 

noord-zuid-lijn op de kaart (lengtegraadlijn of verticale 

lijnen op het kaartrooster), zonder de draaibare gra-

denring te bewegen; volg een lijn zoals weergegeven 

op afbeelding 3. Het is verstandig om met behulp 

van de coördinatielijnen meerdere lijnen evenwijdig 

aan de magnetische noordlijn te trekken die je zojuist 

hebt getekend.

2.  Bepaal je positie en je bestemming op de kaart en 

verbind deze twee punten met een rechte lijn op de 

kaart. Plaats je kompas zodanig op deze lijn dat de 

markeerlijn (met de pijl) naar de bestemming wijst. 

Draai vervolgens de gradenring tot de pijlen op het 

kompashuis evenwijdig zijn aan de magnetische noord-

lijnen, die je hebt getekend zoals beschreven in het vorige 

deel. (Je hoeft geen rekening te houden met de richting 

van de magnetische naald). Zodra dit is gebeurd, houd 

je het kompas vast en draai je langzaam totdat het 

noordelijke (lichtgevende) uiteinde van de magnetische 

naald evenwijdig loopt met de pijlen op het kom-

pashuis, zoals op afbeelding 4. Stap nu in de richting 

van de pijl en zorg ervoor dat de magnetische naald 

evenwijdig blijft aan de pijlen op het kompashuis. Stap 

in deze richting tot je je bestemming bereikt. Zodra je 

op de eerste bestemming bent aangekomen, herhaal je 

dezelfde stappen om op je eindbestemming te komen. 

Als je onderweg bent, kan je ervoor zorgen dat je op 

de juiste weg blijft door je kompas te raadplegen en zo 

recht mogelijk te gaan. Als de declinatie naar rechts of 

links van je exacte route groot is, dan zal de afwijking 

tot het doel veel groter zijn.

Je kunt bijv. in de verte een meer zien. Als je naar dit meer stapt en het nooit uit 

het oog verliest, dan gaat alles natuurlijk prima. Maar als je door bossen moet 

lopen, moet afdalen of wanneer je vanuit andere posities het meer niet meer kunt 

zien, dan is de kans groot dat je de weg kwijt raakt. In deze situaties heb je een 

kompas absoluut nodig.

1.   Voor je vertrekt, hou je het kompas zo  

horizontaal mogelijk en positioneer de pijl 

van de schaal van het kompas in de richting 

van het meer.

2.  Draai de draaibare gradenring om de N (0°) 

in de richting van het uiteinde N (lichtgevende) 

van de magnetische naald te brengen.

3.  Lees de positie op de markeerlijn af. Dit is de 

kompaspeiling van het meer; houd deze  

richting aan tot je een plaats bereikt vanwaar je 

het meer weer duidelijk kunt zien.

Op afbeelding 2 bijvoorbeeld staat de richting van het object op 320° (om de exacte 

richting te vinden, moet je rekening houden met de declinatie, zoals eerder uitgelegd.

Als je weet wat de declinatie is, kun je nog steeds zeggen dat het object 320° van het 

magnetische noorden staat.)

Ga naar een hoogte van waaruit je twee opvallende punten om je heen kan zien die 

op de kaart zijn gemarkeerd. Bijv. links zie je berg A en rechts het meer B. Richt de 

pijl op de markeerlijn op berg A. Draai vervolgens aan de draaibare gradenring om de 

«N» op de schaal op de positie te plaatsen waar het uiteinde van de kompasnaald naar 

wijst. Plaats het kompas op de kaart en verander de positie van de kaart zodanig dat 

de magnetische noordlijn van de kaart evenwijdig loopt met de magnetische naald 

en de noord-zuid-lijnen van het kompashuis. Sleep, zonder iets te veranderen, het 

kompas over de kaart totdat een kant van de schaal naar berg A wijst en trek een 

lijn A, afbeelding 5. Draai je vervolgens richting meer B en herhaal dezelfde procedure 

voor het meer; trek dan ook een lijn. Het punt waar deze twee rechte lijnen samen-

komen, geeft je positie op de kaart aan, zie afbeelding 6.

Er zijn veel boeken geschreven over hoe je een kompas moet gebruiken en hoe je je kan oriënteren. Wij raden je aan om er een paar te lezen of een cursus te volgen om je kennis over het gebruik van deze instrumenten en kaarten aan te scherpen.

N

N

355

N

N

N

Afbeelding 1

Afbeelding 3

Afbeelding 4

Afbeelding 5

Afbeelding 6

Magnetisch  

noorden

Magnetisch  

noorden

Object

Lijn van het  

magnetische 

noorden

Lijn van het  

magnetische 

noorden

Lengtecirkels

Huidige  

positie

Looprichting

Draaibare  

gradenring

Berg A

Berg A

Meer B

Meer B

Lijn van het  

magnetische noorden

Lijn van het  

magnetische noorden

Huidige positie

Bestemming

Het noorden van 

de kaart

Het noorden  

van de kaart

Lengtecirkels

Declinatie

Afbeelding 2

Nature & Découvertes

11 rue des Etangs Gobert 

78000 Versailles (France)

www.natureetdecouvertes.com

Отзывы:

Похожие инструкции для 52017920