
L N
S1 S2 S3
L1 L2 L3 N
S 1 S 2 S 3
23
4. Installatie van Draineerbuizen
Aansluiting van de draineerleidingen van het buitenapparaat
Wanneer een afvoerleiding benodigd is, moet u een aftapbus of een afvoervat (op-
tioneel) gebruiken.
Naam optionele onderdelen
Modelnaam
Aftapbus
PAC-SG61DS-E
Afvoervat voor 50/85
PAC-SG64DP-E
*Er is geen optioneel afvoervat voor 112/140.
6. Elektrische aansluitingen
6.1. Buitenapparaat (Fig. 6-1, Fig. 6-2)
1
Verwijder het onderhoudspaneel.
2
Sluit de kabels aan aan de hand van Fig. 6-1 en 6-2.
Fig. 6-1
5.1. Waterleidingverbinding (Fig. 5-1)
• Verbind de waterbuizen met de uitlaat en inlaatbuizen .
(Parallelle mannetjesschroef voor 1-inch (2,54 cm) waterleiding (ISO 228/1-G1B))
• De positie van de inlaat- en uitlaatbuizen wordt getoond in Fig. 5-1.
• Installeer de hydraulische
fi
lter bij de waterinlaat.
• Maximum toelaatbare draaikoppel bij de waterleidingverbinding is 50 N•m.
• Controleer of er na installatie water lekt.
• Gebruik de waterdruk in meer dan 0 MPa meting en minder dan 0,3 MPa meting.
• Gebruik inlaatwater met een temperatuur lager dan 55°C.
Let op :
•
De snelheid van het water in de leidingen moet binnen bepaalde limieten
worden gehouden zodat het materiaal niet gaat roesten en tegen overmatig
lawaai.
Weet en let erop dat de plaatselijke snelheden in kleine leidingen, bochten
en soortgelijke obstructies de hierboven vermelde waarden kunnen over-
stijgen.
bijv.) Koper : 1,5 m/s
•
Bij het aansluiten van metalen leidingen waarvan de materialen verschil-
len, dient u de waterleidingverbinding te isoleren om elektrolytisch etsen te
voorkomen.
•
Zet een veldsysteem op zodat de inlaatwatertemperatuur en de water-
stroomsnelheid binnen de toegestane reeks zijn zoals aangegeven in uw
technische gegevens, etc.
Als u het apparaat buiten de toegestane waarden gebruikt, kunnen de on-
derdelen van het apparaat beschadigd raken.
5.2. Waterkwaliteitconditie
• Het water in een systeem moet schoon zijn en een pH-waarde hebben van 6.5-8.0.
• Hieronder volgen de maximum waarden;
Calcium : 100mg/L
Chloor: 100mg/L
Jzer/ mangaan: 0,5mg/L
[Fig. 5-1]
A
Wateruitlaat
B
Waterinlaat
5. Waterleidingwerk
Fig. 5-1
A
Een Interface unit/Stroming temp. besturing
B
Buitenapparaat
C
Afstandsbediening
D
Hoofdschakelaar (Aardlekschakelaar)
E
Aarding
A
Aarde-aansluiting
B
Aansluitblok
C
Klem
D
Onderhoudspaneel
E
Let er bij het aansluiten van de kabels op dat
deze geen contact maken met het midden van-
het onderhoudspaneel.
Voor voeding
■
50-140V(Eenfase)
■
112-140Y(3 fase)
Fig. 6-2
Let op: Zorg dat u de bevriezingsvoorzorgsmaatregel voor waterleidingsy-
stemen uitvoert. (waterleidingisolatie, back-up pompsysteem, het ge-
bruik van een bepaald % ethyleen glycol in plaats van normaal water)
Isoleer de waterleiding op de juiste manier. Door onvoldoende isola-
tie kan een slechte werking optreden.
Waarschuwing:
Raak de waterleiding niet met blote handen aan omdat het uitlaatwater een
temperatuur van 60ºC kan bereiken.
Voorzichtig:
Zorg dat u de N-Line installeert. Zonder N-Line, kan het toestel beschadigd raken
04̲ BH79D067L02̲DU.indd 23
04̲ BH79D067L02̲DU.indd 23
2009/06/05 8:51:36
2009/06/05 8:51:36